Als je daarna alleen verder moet

Ik heb net een mooie bevalling achter de rug als ik even pols bij mijn collega’s hoe het er bij hen voorstaat. De één heeft nog iemand met vijf centimeter die niet vordert en de ander staat te persen. Het is bijna acht uur ’s avonds en de primers van de avond zijn net binnen gekomen.

Primers zijn vrouwen die een ballonnetje of medicatie krijgen om de eerste ontsluiting op te wekken. Na het opwekken van de ontsluiting door middel van een ballonnetje of medicatie ontstaat na een aantal uren tot enkele dagen voldoende ontsluiting om de vliezen te kunnen breken en de bevalling te kunnen starten. Om de bevalling te kunnen inleiden zijn er tal van redenen, bijvoorbeeld omdat iemand bijna 42 weken zwanger is, iemand een hoge bloeddruk heeft of er zorgen zijn over de groei van de baby.

Aan de administratie van mijn bevalling begin ik straks, ik richt me eerst op de primers. Ik kijk op het bord en check welke verpleegkundige voor deze dames zorgt. Ik zie Marion staan achter twee van de primers en bel haar of ze al zover is om te kunnen starten. Ze zit net aan een kopje koffie en we spreken af dat we over 15 minuten op kamer 18 zullen zijn.

Ik ga zitten achter mijn bureau en duik nogmaals in de dossiers van de primers. Ik heb al een en ander gehoord van de vroege dienst vanmiddag maar vind het ook altijd fijn om nog even het dossier door te lezen of er bijzonderheden zijn waar ik rekening mee moet houden. De eerste twee primers zijn vrouwen die zelf hebben gekozen om de bevalling op te wekken. De ene dame krijgt haar 2e kindje en de zwangerschap viel haar zwaar. Ze is net de 40 weken gepasseerd maar wil graag bevallen. Ze heeft volgens de papieren een normale zwangerschap gehad en het kindje is goed gegroeid. Haar eerste bevalling ging vlotjes en ze heeft al 1 centimeter ontsluiting. Een goed begin, maar nog niet rijp genoeg om de vliezen te breken. Zij zal straks een ballonnetje krijgen.

De tweede dame is Helen, ze is bijna 39 weken. Ook zij heeft zelf gekozen om de bevalling te laten beginnen. Ik vind het bijzonder dat dat gehonoreerd is door de gynaecoloog gezien ze nog geen 40 weken is. Ik open het dossier en klik op haar zwangerschapskaart vanuit de eerste lijn (de verloskundige). Het valt me gelijk op hoeveel tekst er bij iedere controle staat in de notities. Vaak is dat wanneer iemand veel belt met de verloskundige, geregeld op controle komt of als er iets bijzonders is.

Ik begin bij het begin en houd halverwege mijn adem in. Het blijkt dat de partner van Helen aan het begin van de zwangerschap is overleden aan een agressieve hersentumor. Twee maanden voordat hij overleed kwamen ze achter de zwangerschap. Hij heeft enkel de eerste echo bij 6 weken mee mogen maken omdat hij daarna lichamelijk en geestelijk verslechterde. Wat een ondraaglijk verlies moet dit zijn geweest. Ik lees in de notities veel over verdriet en moeilijke momenten maar ook dat Helen zich gesterkt voelde door het kindje in haar buik. Het blijkt een jongetje te zijn, ze heeft het gevoel dat ze een stukje van hem terug gaat krijgen door dit kindje te mogen baren.

Wat een ontzettend beladen zwangerschap maar tegelijk ook een wonder dat dit kindje er mag gaan zijn. Gelijk snap ik haar wens tot inleiden bij de vroege termijn. Begrijp me niet verkeerd, niemand mag een kindje verliezen maar voor Helen is dit het enige stukje wat ze ooit nog fysiek van haar partner vast zal mogen houden. Ik snap hartstikke goed dat ze het kindje wil zien en vasthouden, dat ze het nog tot 39 weken vol heeft gehouden, vind ik al hartstikke knap.

Ik lees verder in haar dossier en zie hoe moeilijk het allemaal voor haar is geweest de afgelopen weken. Ze leefde met spanning van controle naar controle, een aantal keren kwam ze extra om het hartje te horen. Ze is, zo lees ik, opgelucht dat de dag van de inleiding dichterbij komt. Twee dagen geleden is ze gezien op de poli om te kijken of ze inleidbaar (meer dan 2 centimeter ontsluiting) was. Dat was niet het geval, wat niet vreemd is voor een eerste kindje bij 39 weken. Ze staat dus gepland om een ballonkatheter te krijgen.

Nadat ik het dossier heb doorgelezen zie ik dat het al ruim een half uur later is. Net op dat moment gaat mijn telefoon.
‘Ik heb al mijn tweede kopje koffie op, haha. Zullen we beginnen?’
Het is Marion.
‘Ja, tuurlijk. Sorry, ik zat in het dossier van die dame op kamer 18. Wat een verhaal zeg, jeetje. Heb er kippenvel van.’
‘Ja, zegt dat hè? Het is een mooi mens hoor en ze kan er goed over praten. Ze heeft haar zus meegenomen en die zal ook tijdens de hele bevalling blijven.’
‘Ah, fijn. Beginnen we daar, ik kom naar je toe.’

Samen met Marion stap ik verloskamer 18 binnen. Er ligt een steen in mijn maag. Ik vind het altijd lastig om bij dit soort zware onderwerpen het gesprek te beginnen, bang om iets verkeerds te zeggen. Vaak gaat het vanzelf maar die eerste aftrap is toch altijd aftasten.

‘Hai, mijn naam is Lisa, ik ben verloskundige,’ zeg ik terwijl ik mijn mondkapje even van mijn gezicht af haal.
‘Hoi, ik ben Helen,’ zegt de dame op het bed opgewekt.
Ze heeft een bos met rode pijpenkrullen die ze in een woelige knot bovenop haar hoofd heeft. Ze kijkt vriendelijk en ziet er verzorgd uit. Haar nagels zijn bordeauxrood gelakt en ze heeft een rits aan gouden armbandjes om beide armen. Naast haar zit een iets oudere dame met een even rode bos haar.
‘Hoi, ik ben Mariët. De zus van Helen.’
We begroeten elkaar.

Ik pak een stoel om me een houding te geven en ga zitten. Ik heb altijd geleerd om maar gewoon te zeggen wat ik denk en dat doe ik dan ook maar.
‘Ik weet niet wat ik moet zeggen. Wat heb jij veel meegemaakt in het afgelopen jaar zeg.’ De zussen wisselen een blik. Ik zie Mariët even knijpen in de hand van Helen waarna Helen me met haar vriendelijke ogen aankijkt.
‘Ja, helaas wel.’
Ze laat de hand van haar zus los en aait met beide handen over haar buik.
‘Ik ben onwijs dankbaar dat wij hier zitten met zijn tweetjes. Eigenlijk drietjes,’ komt ze snel op haar woorden terug als ze haar zus aankijkt.
‘Maar we hebben Pepijn meegenomen.’ Ze wijst naar een fotolijstje op het nachtkastje.
‘Wat mooi en wat een goed idee,’ zeg ik.

Ze vertelt me openhartig het verhaal van het korte ziekteproces van Pepijn. Ze hadden niet gedacht dat het zo snel zou gaan. Ze waren net begonnen met proberen om zwanger te worden toen Pepijn steeds vaker en steeds heftigere hoofdpijnaanvallen kreeg. Aanvankelijk dachten ze dat het kwam door de stress die bij het zwanger worden gepaard en het feit dat hij onlangs geswitcht was van baan. Maar al snel werd het erger en erger en begon hij uitvalsverschijnselen te krijgen in zijn lijf. De diagnose van een hersentumor werd kort na het bezoekje aan de huisarts vastgesteld. Ze konden toen lastig een inschatting maken en wilden gaan opereren om te kijken of ze een en ander zouden kunnen weghalen. Ondertussen besloten Pepijn en Helen om door te gaan met zwanger worden want er was ook een kans dat de tumor goedaardig zou zijn.

Vlot na de diagnose bleek Helen ook zwanger. Een hele zware en dubbele tijd. Toch was Pepijn vanaf het begin af aan heel positief geweest. Het kindje gaf een heleboel hoop voor de toekomst en een soort strohalm voor Pepijn om aan vast te houden.

Helaas was de tumor enorm agressief. Twee maanden nadat ze de positieve test in handen had, is Pepijn aan de gevolgen van de hersentumor overleden. Aan een operatie zijn ze niet meer aan begonnen, het ging veel te snel. Van een gezond stel dat klaar was aan het zetten van een volgende stap in hun leven, waren ze binnen no time beland in een diep donker dal. Waarin het enige lichtpuntje de zwangerschap was.

Helen vertelt dat de zwangerschap haar heeft geholpen om die eerste tijd door te komen.
‘Elke keer als ik weer flink aan het brullen was, zat dat kleine mensje in mij te trappelen voor zijn leven. Alsof die zei: Ik ben er hoor, ik help je. Dat heeft me zo geholpen.’
Ik knipper een aantal keren met mijn ogen, het verhaal grijpt me zo aan. Ik probeer me een beetje te vermannen.
‘Pfoe, ik weet niet wat ik moet zeggen. Wat ontzettend heftig voor je.’
‘Ja,’ antwoordt Helen.
Alsof het ingestudeerd was tussen de zussen gaat Mariët rechtop zitten.
‘Pepijn zal supertrots zijn. Enne, maar goed ook dat hij niet bij de bevalling is want hij was al panisch als hij enkel een druppeltje bloed zag.’
Helen moet lachen. ‘Ja, het was absoluut geen held nee.’
Ik vind het knap dat ze zo mooi schakelt. Het zal een goede strategie van ze zijn om af en toe met wat humor weer met beide benen op de grond te landen.
We praten nog wat over de zwangerschap en Helen vertelt hoe ze het allemaal voor zich ziet. Ze heeft overal over nagedacht en zich goed voorbereid op de bevalling. Mariët heeft zelf twee kinderen en weet gelukkig een en ander over bevallen. Dat zal Helen straks helpen ook al zal ze het nog zwaar genoeg krijgen als het kindje er straks is.


Na wat uitleg over de praktische zaken rondom het inleiden en verwachtingen van beide kanten, plast ik het ballonnetje. Ze had nog steeds één centimeter ontsluiting. Ze hield zich kranig en na het plaatsen, sluit ik het hartfilmpje aan rondom haar buik. We praten nog even waarna ik de kamer verlaat. Mijn zorg is die avond niet meer nodig. De ochtend erop is het plan dat mijn collega voelt of het ballonnetje al zijn werk heeft gedaan en of de vliezen gebroken kunnen worden.

Op de gang zucht ik diep en kijk ik verpleegkundige Marion aan.
‘Pfoe, dat doet ze goed zeg.’
‘Nou hè? Heftig hoor.’
‘Ik hoop dat haar bevalling goed gaat, mooi dat haar zus bij haar is.’
‘Ja, volgens mij heeft ze daar wel wat aan.’
‘Denk het ook,’ zeg ik. ‘Ik ga even wat noteren van haar en zullen we dan naar de kamer hiernaast gaan?’
‘Prima, zie je zo.’

Ik probeer na het noteren te schakelen. Door naar de volgende zwangere die gelukkig wel haar partner aan haar zij heeft. Niet wetende dat naast haar Helen ligt.


Die nacht kom ik slecht in slaap. Het besef dat je het leven niet in de hand hebt, overvalt me even. De volgende dag denk ik geregeld aan Helen en haar zus. Ik app een collega die aan het werk is en vraag hoe het op kamer 18 gaat. Ik krijg pas einde van de dag een berichtje terug:

Ze was in de nacht al wat aan het rommelen geslagen en had in de ochtend drie centimeter. Ik heb haar vliezen gebroken en daarna heeft ze een ruggenprik gekregen. De ontsluiting ging heel vlot. Ze is net bevallen van een jongetje Lucas Pepijn. Het is een prachtig mannetje die volgens de zussen precies op haar man lijkt. Het was een mooie bevalling. Fijne avond!


Terug naar alle blogs klik hier.
Meer lezen over aangrijpende casussen op mijn werk? Klik hier voor het verhaal over Fedde, een kindje die aan het einde van de zwangerschap overleed. Of klik hier voor het verhaal van een schouderdystocie, waarbij het spannend was of het kindje leven geboren zou gaan worden.


Eén opmerking over 'Als je daarna alleen verder moet'

  1. Wat een aangrijpend verhaal. Ook weer zo mooi en liefdevol geschreven. Ik lees jouw verhalen echt graag. Toen ik rond mijn 35ste mijn werkverleden achter me wilde laten, stond ik voor de keuze -mijn keuze-: verloskundige, iets met uitvaarten of onderwijs. Het is onderwijs geworden, maar lezen over verloskunde, over uitvaarten doet nog altijd wat met me.

    Zo’n ballon plaatsen, daar heb ik nog nooit iets over gehoord noch gelezen. Is dat vrij nieuw?

    Like

Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: