Foto gemaakt door Pure Life Geboortefotografie.
Het is acht uur ’s avonds als mijn telefoon gaat.
‘Ja hoi, met Jacob hier. Miene heeft sinds een uurtje weeën. We komen eraan.’
‘Euh,’ stamel ik. ‘Dat is goed, denk ik. Wat is de achternaam en wat is de geboortedatum van Miene? O, en waarom zijn jullie bij ons onder controle?’
Ik wil graag wat extra informatie voordat Jacob en Miene hier op de stoep staan.
‘De eerste was met de keizersnede, daarna altijd zonder problemen hoor,’ zegt Jacob.
‘Prima, hoeveelste kindje wordt dit?’ vraag ik nog.
‘De 8e, tot zo!’
‘Tot zo,’ sluit ik een beetje overdonderd door het hoge aantal kinderen af.
Ik stop mijn telefoon terug in mijn zak. De achtste, jeetje wat een kinderen. Nieuwsgierig hoe het er daar thuis aan toe gaat. Ik vind het iets van vroeger, een groot gezin. Ik ken in mijn omgeving niemand met zoveel kinderen. In de omgeving van Jacob en Miene zullen er vast meer zijn. Ik heb zelf twee kinderen waar ik voor mijn gevoel al niet altijd aandacht genoeg aan kan geven. Hoe doe je dat dan als je er acht hebt?
Terwijl ik me dit afvraag loop ik naar de zorgcoördinator om door te geven dat Miene komt bevallen. Zij gaat een kamer regelen en een verpleegkundige zoeken die Miene zo kan opvangen.
Ik loop naar mijn kantoor en haal mijn pasje over het inlogkasje. Mijn beeldscherm licht op en ik voer de geboortedatum en naam van Miene in ons systeem in. Ze komt direct tevoorschijn. Miene is 42 jaar oud, haar oudste kind is 20. Hij is geboren met een keizersnede omdat hij in stuit lag en de bevalling niet vorderde. Daarna is ze nog eens zes keer bevallen zonder complicaties of bijzonderheden. Ze heeft vijf jongens en twee meisjes. De jongste van het stel is drie jaar. En dan komt er dus nog eentje bij.
Een huis vol, daar kunnen ze wel aan meedoen aan dat programma. Ik heb het zelf nooit gezien maar hoor daar allerlei verhalen over van mensen die zich daar net zo over verbazen als ik. Het ouderschap moet dan echt wel op je lijf geschreven zijn, wil je niet hondsdol worden van al die zorgtaken en huishouding. Ik zie in het dossier van Miene dat ze een boerderij hebben. Ze zijn dus het grootste deel van de tijd thuis, dat scheelt. Toch ben je met een boerderij veel aan het werk. Ik denk dat de hele bende thuis moet helpen met voeren, melken en bezigheden op het erf.
En nu komt baby nummer acht. Die zal er vast uitrollen. Gelukkig heeft ze vaker weeën gevoeld dus trekt ze tijdig aan de bel. Het is bijna negen uur als Miene en Jacob de afdeling op komen. Ik ben ondertussen bij een andere patiënt om te kijken hoe de bevalling daar gaat, dus heb niet door dat ze al zijn gearriveerd. De verpleegkundige vangt Miene op en start met het maken van een hartfilmpje om de conditie van de baby te beoordelen.
De patiënt waar ik ben wezen kijken was nog maar heel beginnend aan het bevallen. Dus ik loop de kamer af. Mijn telefoon rinkelt in mijn zak en ik neem op.
‘Hoi, Miene is binnen, kamer 18, maar de baby komt er al aan.’ Lucille, de verpleegkundige hangt gelijk weer op. Ik ben aan de andere kant van de afdeling dus loop met versnelde pas naar kamer 18. Op het moment dat ik de deur open hoor ik al dat het menens is. Een oerkreet gevolgd door persgeluiden vullen de verloskamer. Ik grijp snel twee handschoenen in maat M van boven het keukenblokje waarna ik het gordijn opentrek.
Op het bed zie ik Miene liggen op haar zij. Ze heeft haar billen naar mij gekeerd en is nog volledig netjes gekleed. Als ik de geluiden niet zou horen had ik gedacht dat ze sliep. Naast het bed staat Jacob. Hij heeft zijn grote rechterhand op het voorhoofd van Miene en met zijn linkerhand wrijft hij wat ruw over de dij van Miene.
Zijn shirt is verkreukeld en de afdruk van zijn telefoon maakt een gebruiksspoor in zijn broekzak.
Aan de andere kant van het bed staat Lucille. Zij heeft net het apparaat van het hartfilmpje aan en wil de banden vastmaken om de buik van Miene. Ze kijkt me aan: ‘Ik heb nog geen CTG, maar ik denk dat het menens is.’
Ik moet lachen en beaam haar gedachte. Ik loop om het bed heen en stel me voor aan Miene en Jacob. Miene lacht heel vriendelijk terwijl er een zweetdruppeltje langs haar slaap loopt.
‘Volgens mij zijn jullie hier net op tijd,’ zeg ik.
‘Dat weet ik wel zeker,’ antwoordt Jacob zonder zijn blik van Miene af te halen.
‘Voel je de baby al zakken Miene, als er een wee is?’
‘Ja, ik denk het wel. Net in de auto zijn mijn vliezen gebroken dus het duurt niet lang meer,’ zegt Miene net op tijd want er komt weer een nieuwe wee. Ze probeert heel beheerst de wee op te vangen maar ze kan de persdrang niet tegen houden. Ik hoor haar vervolgens heel hard meepersen.
Ik zet snel wat spulletjes klaar en instrueer Miene wat er in de komende minuten gaat gebeuren.
‘Wil je nog wat kleren uit?’ vraag ik haar.
Miene heeft een lange spijkerrok aan en een strak shirt die haar flinke buik prachtig toont. Haar sjaaltje hangt losjes over haar schouders, haar vlecht is pluizig en laat deels los.
‘Graag,’ antwoordt Miene.
Jacob helpt Miene met de schoenen terwijl ik haar sjaal afdoe. Ik help haar met haar panty en onderbroek. De rok zit nog vast waardoor ik geen tijd heb die zo snel los te krijgen want een nieuwe wee dient zich aan.
‘Ik houd het niet meer hoor,’ zegt Miene terwijl ze perst.
‘Prima, geef maar toe aan het gevoel,’ zeg ik.
Miene laat zich dit geen twee keer zeggen en perst op volle kracht mee. Ik schuif snel wat matjes onder haar billen want ik zie tussen haar benen al een klein beetje haar verschijnen. De druk van de wee is enorm.
‘Miene, probeer maar te zuchten, het kindje komt vanzelf,’ zeg ik haar.
Miene doet wat ik zeg en nog in dezelfde wee wordt het hoofdje geboren. We wachten op de volgende wee. Miene ligt nog altijd op haar zij. Jacob houdt haar been de lucht in om het hoofdje wat ruimte te geven. Ik moet lachen om deze gewaarwording. Miene heeft de rok nog tot op de knie terwijl haar bril beslaat op haar neus.
Het duurt niet lang voordat de volgende wee daar is. Ik omvat het hoofdje en help de baby geboren worden voor ik het aan Miene geef. Ik zie twee kleine balletjes terwijl ik het kindje de lucht in til. Ik zeg niets maar leg het kindje bij Miene op de buik. Lucille droogt het kindje af, die gelijk begint te huilen. Jacob buigt voorover en geeft zijn vrouw een kus op het voorhoofd waarna hij gaat zitten in de stoel die Lucille net achter zijn benen heeft geschoven. Hij pakt zijn telefoon uit zijn broekzak en houdt hem de lucht in: ‘Even de kinders thuis laten weten dat het goed is gegaan, dat had ik beloofd.’
Miene houdt het kindje vast terwijl Lucille een muts op zet en warme doeken om hem heen schuift.
‘Hebben jullie gezien wat het is?’ vraag ik.
Jacob tilt zijn hoofd op en zegt: ‘Volgens mij zag ik weer balletjes Mien.’
Miene tilt het kindje omhoog en moet lachen als ze balletjes ziet.
‘Welkom Teun,’ zegt ze liefdevol en legt het kindje weer op haar warme borst.
Miene kijkt eens naar haar benen: ‘Ik had geen tijd meer dat ding uit te trekken,’ doelend op haar rok.
We moeten lachen waarna ik Miene help om hem uit te trekken. Ook haar shirt trekken we uit zodat Teun lekker warm, huid op huid, bij Miene kan liggen.
Even later wordt ook de placenta geboren. Nadat ik heb gezien dat er geen hechtingen nodig zijn en Miene weer op schone matjes ligt ruim ik de spulletjes op. Alsof er niets is gebeurd, stap ik om half tien de verloskamer uit. Wat had deze achtste baby een vliegende start. Erg makkelijke verloskunde was dit.
Ik voer de administratie in waar ik langer mee bezig ben dan de bevalling op zich. Als ik klaar ben loop ik terug naar Jacob en Miene. Ik doe deur open en zie zowel Miene als Jacob niet meer in de kamer staan. Ik hoor gestommel in de douche. Ik klop op de deur en vraag of alles goed gaat. Jacob doet de deur open, hij heeft zijn schoenen en sokken uit en ik zie dat hij Miene helpt om onder de douche te gaan. Een spoor van bloeddruppels loopt over de badkamervloer.
‘Alles oké hier?’ vraag ik nogmaals.
‘Zeker,’ zegt Jacob. ‘Ik dacht, ik help vast met douchen dan kunnen we zo ook weer naar huis.
‘Helemaal goed. Zal ik Teun alvast even nakijken? Of willen jullie er graag bij zijn?’
‘Oh, nee hoor,’ antwoordt Miene. ‘Mag je doen, ik weet waar je naar kijkt.’ Ze lacht en haalt een washandje onder haar armen langs.
Als ik Teun heb nagekeken, desinfecteer ik mijn handen en loop ik de verloskamer af. Ik ga weer achter de computer zitten en vul ook mijn uitwendig onderzoek van Teun in de computer in.
Ik rond de rest van mijn werkzaamheden af en loop rond half elf nog even langs Miene en Jacob. Als ik de deur open, zie ik Miene in de rolstoel op de kamer zitten. Een nieuwe spijkerrok is uit de tas gehaald en ook een ander kleur shirtje zo te zien. Miene heeft hetzelfde sjaaltje weer om en haar pluizige vlecht hangt nog even losjes als tijdens de bevalling over haar nek. Lucille staat naast haar en Jacob heeft de handvaten van de rolstoel al in de handen.
‘Het is mijn eigen keuze,’ zegt Miene als ze mijn verbaasde gezicht ziet. ‘Ik heb vaker met dit bijltje gehakt en ik wil het liefst naar mijn kinderen en mijn eigen bed.’
‘Helemaal goed, als je maar weet dat ons advies is om ietsje langer na de bevalling te blijven.’
‘Ik zal goed op mijn meissie passen hoor,’ vult Jacob Miene aan. ‘En we weten dat het niet jullie advies is. Toch enorm bedankt voor vanavond.’
‘Jullie bedankt,’ zeg ik. ‘Voor deze leuke avonddienst en wie weet zien we elkaar nog eens.’ Ik verwacht dat ze daar ontkennend op zullen antwoorden. Bij een volgende keer zouden ze dit haast ook wel zelf kunnen.
‘Ja, wie weet,’ zegt Miene terwijl ze de gevulde maxi-cosi van Jacob met een grote glimlach vol liefde aanpakt.
Ik zie ineens waarom ze deze rits kinderen hebben. Eén en al geluk straalt dit warme gezin uit. Teun boft dat hij mee mag naar zijn broertjes en zusjes op de boerderij want daar is, aan zijn ouders te zien, geen gebrek aan liefde.
Eén opmerking over 'De achtste in de rij'