Als de keuze voor je wordt gemaakt

Het is hoog zomer, de mussen vallen buiten van het dak. Ik loop langzaam richting het ziekenhuis, ik moet niet te snel lopen want dan gutst het zweet via mijn nek mijn zomerjurkje in. De schuifdeuren gaan open, ik stap de hal in, een koele lucht omarmt me. Vandaag moeten werken is zo gek nog niet. Ik haal mijn pak op en kleed me om. Het witte katoen hangt klammig om mijn lijf. Ik loop naar boven en ga de deuren van de afdeling door.

Ik loop verder naar mijn collega die nog aan het werk is in ons kantoor. Ik pak een stoel en ga naast haar zitten terwijl zij nog driftig haar administratie aan het bijwerken is. ‘Ik vertel je zo alles hoor, even nog dit afmaken,’ zegt ze.
‘Doe rustig aan,’ antwoord ik en pak de klapper met papieren van het bureau. Ik blader erdoorheen en lees vluchtig een en ander over mevrouw op kamer 1. Ze is 19 jaar oud en voor de tweede keer zwanger. Haar eerste zwangerschap heeft ze weg laten halen toen ze net 16 was. Ze is hier met een begeleider vanuit de verslavingskliniek. Ze zit daar nu een maand of drie en probeert af te kicken van de drugs. Per toeval kwam een begeleider achter de zwangerschap. Zij heeft het ziekenhuis ingeschakeld waar ze op controle kwam. Toen was ze al ruim 30 weken. Ze heeft geen sociaal vangnet en ook de vader van de baby is niet in beeld.
Ik mompel een aantal keer ‘och, nee’ en ‘jeetje.’ Zonder om te kijken van het beeldscherm antwoordt mijn collega bevestigend: ‘Ik vertel je zo alles, ze gaat bijna baren.’ Ze wijst kort naar het scherm waar het hartfilmpje van haar baby op draait.

Hartfilmpje ook wel CTG

Ik kijk op en zie op het CTG dat ze regelmatige weeën heeft. Achter haar naam op het bord staat 9 centimeter. Ze is er inderdaad bijna. Ik blader de rest van de papieren door en leg de klapper weer neer. Ik pak het partusboek, dat is het boek waar alle bevallingen in worden bijgehouden, en zie dat mijn collega vandaag twee bevallingen heeft gedaan. Ik herken een naam die ik gister zelf heb gezien en ben blij te lezen dat het goed is gegaan. Mijn collega draait zich om. ‘Zo,’ zegt ze. ‘Ik ben zover, lekker dagje vandaag buiten of niet?’
‘Heerlijk, maar hier binnen is het zo slecht nog niet,’ zeg ik terwijl ik mijn jasje heen en weer wapper.
‘Nou, ik ben druk geweest maar heb qua administratie alles van de bevallingen van vanmorgen af. Er ligt dus nog één dame. Of nouja, meisje: Tanja. Het arme kind is voor de tweede keer zwanger.’

Mijn collega vertelt het hele verhaal wat ik in grote lijnen al gelezen heb. ‘Ze heeft haar begeleider bij zich want verder is er geen enkel familielid of iets dergelijks in beeld. Haar moeder is weggegaan toen ze nog een peuter was en haar vader is verslaafd. Haar hele jeugd heeft ze bij allerlei pleegouders gewoond maar nooit een stabiele basis gehad. Sinds ze 18 is, is ze op zichzelf gaan wonen maar dat loopt allemaal niet lekker. Door haar drugsverslaving is ze via haar laatste pleegouders in de kliniek terecht gekomen en haar begeleiders zijn erachter gekomen dat ze zwanger was.’


‘Jeetje,’ kan ik enkel uitbrengen. ‘Wat een hoop problemen heeft dat arme kind.’ Gelukkig zien we dit soort situaties niet heel vaak. Het doet mij beseffen dat het zo afhangt van waar je eigen wieg heeft gestaan hoe je opgroeit. Dit meisje heeft nooit een vertrouwde omgeving gehad. Ze heeft geen voorbeeld en heeft het altijd in haar eentje moeten rooien. Ik ben bang voor de toekomst van deze baby.

“Op het bed zit een tiener met een zwangere buik. Haar sluike blonde haar valt strak langs haar gezicht. Haar wangen zijn rood en haar huid is onrustig. Haar nagels zijn lang en er zit flink wat vuil achter. In haar handen heeft ze haar telefoon en ze zit driftig te tikken.”

Mijn collega vertelt verder: ‘Ze is bij ons onder controle gekomen vanaf 32 weken en ze is nu 39 weken. De groei blijft achter en gezien de discussie om de termijn is besloten de bevalling op te wekken (in het eerste trimester kan je nauwkeurig de termijn van de zwangerschap vaststellen, hoe later dit gebeurt hoe moeilijker het vaststellen van de termijn is). Ze had al drie centimeter en ik heb vanmorgen bij haar de vliezen gebroken. Het is echt nog een jonge meid hoor. Wel spontaan maar ook angstig. Ze laat alles gebeuren maar schrikt van aanrakingen. En ze zit de hele tijd op haar telefoon. De begeleider: Tiny, die bij haar zit, is een adequate dame waar ze volgens mij goede steun aan heeft. Er zijn veel hulpverleners en instanties betrokken bij Tanja. De verslavingskliniek en ook wij hebben een veilig thuis melding gedaan. Veilig thuis onderzoekt de geschiktheid van het thuiswonen van kinderen als daar zorgen over zijn. Deze instantie heeft de raad van de kinderbescherming ingeschakeld. Zij hebben een uitgebreid onderzoek gedaan. Tanja kan waarschijnlijk niet voor deze baby zorgen. Dit is geen veilige situatie, ze heeft het kindje niets te bieden en ze staat niet open voor hulp. Alles wat is aangeboden heeft ze afgeslagen en ze heeft zelf nog niets in huis voor als de baby er straks is. Dat, in combinatie met het feit dat ze drugs gebruikt is voldoende geweest om te besluiten dat het kindje niet bij Tanja mag wonen.’

‘Dat verwachte ik al,’ zeg ik.
‘Tja, maar Tanja weet het zelf nog niet. Ze is al eens weggelopen van de kliniek toen de begeleiders haar vertelden dat ze naar het ziekenhuis moest voor controle van de baby. Men was bang dat als bekend werd dat zij niet voor de baby mag zorgen dat ze zich dan van alle zorg, hulp en instanties zou afzetten. Dat zou een zeer onveilige situatie zijn voor zowel Tanja als de baby. Dus is er een plan gemaakt voor na de bevalling.’
‘Och, daar kan ik zo slecht tegen,’ zeg ik tegen mijn collega. ‘Zij gaat straks bevallen, ze wordt moeder, ze wil zelfs borstvoeding geven, staat in het dossier, en dan heeft ze geen idee dat de baby bij haar weg wordt genomen. Dat breekt mijn hart, hoe zorgelijk de situatie ook is.’
‘Ja, ik heb hetzelfde hoor,’ antwoord mijn collega.


‘Ze heeft een ruggenprik gekregen toen de weeën begonnen en ze heeft inmiddels al 9 centimeter. De ruggenprik zit als een huis en ze voelt zo nu en dan wat druk. Ik heb afgesproken dat jij aangeeft wanneer je weer inwendig onderzoek wilt doen,’ zegt mijn collega.
‘Helemaal prima,’ antwoord ik. ‘Ik denk trouwens altijd dat als deze meisjes weg zouden lopen dat dat de baby’s zijn in de afvalcontainers in de Randstad. Als je geen uitweg meer ziet en de wanhoop staat je nabij. Wat een lastige situatie zeg.’
‘Dat is het, heb je alle informatie die je nodig hebt denk je?’ vraagt mijn collega.
‘Ik denk het wel. Is jeugdzorg al in huis? En het plan rondom de geboorte staat denk ik in het dossier hè?’
‘Klopt, jeugdzorg zit in onze koffiekamer. En je vindt alles wat je nodig hebt in het dossier. Ik ga snel mijn kiddo’s ophalen bij de opvang,’ zegt mijn collega en vertrekt.
‘Doe dat, heel verstandig,’ en ik wuif haar gedag.

Ik log in op mijn computer en lees het plan voor na de bevalling door. Er is afgesproken dat het kindje moet worden opgenomen op de kinderafdeling vanwege drugs gebruik bij moeder. Dat is niets nieuws gelukkig want dat doen we bij alle kindjes bij wie de moeder drugs heeft gebruik in de zwangerschap. Daar hoef ik niet over te liegen. Als het kindje weg is, mag ik mijn werk afmaken met eventueel hechten en afscheid nemen van Tanja. De raad van kinderbescherming neemt de zaak dan op zich. Zij gaan het gesprek aan met Tanja en leggen haar uit wat gaat gebeuren. Ik heb dit eerder meegemaakt maar toen was er een agressieve partner bij. Zelfs de politie stond toen op de gang voor het geval het escaleerde dat gaf een hoop onrust. Dit zijn natuurlijk uiterst heftige situaties. En natuurlijk weet ik ook wel dat dit kindje niet bij Tanja kan blijven maar het is wél haar kind. Hopelijk doet het Tanja beseffen dat ze haar leven moet beteren om kans te maken dat zij het kindje terug zal krijgen.


Ik pak mijn telefoon en bel Naomi. Zij is verpleegkundige en zorgt vandaag met mij voor Tanja. Ze neemt direct op: ‘Hoi!’ zegt ze, altijd even vrolijk.
‘He, wij zorgen samen voor kamer één, ben je al binnen geweest?’ vraag ik.
‘Ik stond net op het punt erheen te gaan, loop je mee?’
‘Ja, ik kom eraan.’ Ik vergrendel mijn computer en loop het kantoor uit. Op de gang zie ik Naomi al. ‘Hé, lekker hè, die airco hier?’
‘Heerlijk, mijn huis is inmiddels niet meer te doen joh, zo heet,’ zegt Naomi.
‘Dan kunnen we maar beter werken toch? Geen fijne situatie trouwens,’ wijzend naar kamer één. ‘Hopelijk bevalt ze soepel,’ zeg ik.
‘Ik hoop het ook,’ zegt Naomi terwijl ze de deur van kamer één open maakt.

Op het bed zit een tiener met een zwangere buik. Haar sluike blonde haar valt strak langs haar gezicht. Haar wangen zijn rood en haar huid is onrustig. Haar nagels zijn lang en er zit flink wat vuil achter. In haar handen heeft ze haar telefoon en ze zit driftig te tikken. Ze kijkt niet op of om als we binnenlopen. Ik loop naar haar bed en stel me voor. Zonder op te kijken zegt ze: ‘Hoi.’
Ik kijk op naar Tiny die mij een knipoog geeft. Ook Tiny is op de hoogte dat de baby straks niet met Tanja mee naar de kliniek mag wat waarschijnlijk heel moeilijk is gezien de band die ze met elkaar hebben.
‘Ik ben Tiny, ik ken Tanja vanuit de kliniek en ze heeft me gevraagd bij de bevalling te zijn.’
‘Wat ontzettend fijn,’ zegt Naomi. ‘Fijn dat je dat wilt doen.’
‘Vind je het spannend?’ Ik richt me tot Tanja. Ze kijkt me voor het eerst aan en haalt haar schouders op. ‘Best wel,’ zegt ze.

We kletsen even over de bevalling en ik probeer uit te leggen wat er straks gaat gebeuren. Ik heb het nog niet over het stukje na de geboorte. Liegen is niet mijn sterkste punt. Ze vertelt dat ze een jongetje krijgt en dat hij Keano gaat heten. Ik vraag me ondertussen af of zij de naam ook mag uitkiezen maar dat laat ik niet merken. We hebben het nog even over het warme weer waarna ik vraag of ik mag kijken hoe het ervoor staat met de ontsluiting. Tanja vindt alles goed. Als ik het deken van haar af wil slaan zie ik haar toch een beetje verstarren. Ze heeft een minuscuul buikje. Als ik haar buik voel wordt die net hard van een wee. Ik wacht even en voel dan nogmaals. De rug van de baby zit links, waar ook de knop van de harttonen aan vast zit. Ik trek mijn handschoenen aan en ga bij Tanja op het bed zitten. Ik zie dat ze vaker is onderzocht vandaag ze weet hoe ze moet liggen om het makkelijk te maken voor mij. Haar benen zijn wel wat doof en tintelend van de ruggenprik, die zit dus nog goed. Ik voel voorzichtig naar de ontsluiting en stuit direct tegen het hoofdje aan. Hatzee, 10 centimeter.

‘Het is helemaal open,’ zeg ik enthousiast. ‘Voel je ook af en toe al wat druk?’
Tanja kijkt blij verrast: ‘Ja ik heb de hele tijd al het gevoel alsof ik moet poepen.’
‘Dat is de baby,’ zeg ik en kijk Naomi aan. Naomi is al druk in de weer met het klaarleggen van de kruiken in de wieg en zet wat spulletjes klaar.
‘Ik zou je willen vragen om bij de volgende wee die je voelt, of de druk die je voelt, mee te persen. Ik houd mijn vingers dan even op zijn plek en ga kijken of het kindje dieper komt. Persen doe je door een hap lucht te nemen en deze vast te houden. Probeer dat drie keer te doen op één wee. We zullen je helpen.’
Tanja knikt gedwee. Haar buik wordt puntig, ik denk dat er een wee zit.
‘Voel je nu wat?’ vraag ik.
‘Ja, die druk,’ zegt ze.
‘Duw maar mee,’ zeg ik.


Tanja duwt mee en doet het heel goed, ze weet precies wat ze moet doen. Haar lijf geeft het keurig aan. Op het moment dat ze perst voel ik het kleine hoofdje tegen mijn vingers aan naar buiten duwen. Ik haal mijn vingers eruit. Dit gaat goed komen.
‘Je doet het heel goed,’ zeg ik. ‘Ik voel het hoofdje al naar beneden zakken als je perst. Ga zo door meid.’

Na een half uurtje persen en heel wat gevloek en getier van Tanja die de pijn voelt toenemen zien we de bovenkant van een kaal hoofdje. Ik voel mijn hartslag stijgen en ik merk dat ook Tiny onrustiger wordt. Hoe zal Tanja reageren straks? Ik dwaal af met mijn gedachtes tot de volgende wee komt. Ik leg uit dat Tanja straks moet proberen te zuchten als ik het zeg want deze baby kan er maar zo uitvliegen bij één van de volgende weeën. Ze pakt alles goed op. Na nog een kwartiertje wordt dan langzaam het hoofdje geboren. Ik pak Keano aan en leg het op de buik van Tanja.

Stilzwijgend eten we met de rest van de collega’s ons eten. Ik zie Annemarie met haar collega en Tanja’s oude voogd kamer één binnen lopen. Mijn adem stokt in mijn keel. Over tien minuten is de wereld van Tanja nog een stukje verder ingestort.

Tanja is zichtbaar overdonderd. Ze weet niet hoe ze moet reageren en tilt haar hand op. ‘Ieh, jakkes, hij is vies,’ zegt ze.
‘We drogen hem even af,’ zegt Naomi. ‘En we doen hem een muts op, kom maar kleintje.’
Keano doet het goed en schreeuwt de longen uit zijn kleine lijfje. Ik denk dat het geschatte geboortegewicht van de echo’s wel klopt. Zo rond de 2400 gram was hij geschat. Nadat we Keano hebben afgedroogd en toegedekt blijft het stil. Tiny doet een stap naar achteren en gaat zitten op de lounge-stoel op de verloskamer. Naomi kijkt me aan en wacht tot ik het plan uitspreek. Ik besluit het even te laten gebeuren. Tanja lijkt net haar kindje goed vast te pakken. We gaan eerst even belangrijkere zaken doen. Tanja knipt zelf de navelstreng door waarna de placenta vlot wordt geboren. Het bloedverlies blijft stabiel. Ik inspecteer het perineum van Tanja en zie dat ik een klein beetje moet hechten. Ik besluit het gelijk te doen.

Tijdens het hechten vertelt Tanja dat het allemaal eigenlijk wel meeviel en dat ze daar blij mee is. Ze zet een schattig stemmetje op en ik hoor haar tegen Keano kletsen: ‘Wij gaan het wel redden hoor, met zijn tweetjes, echt wel.’
Ik focus me op het hechten, die arme Tanja, ze moest eens weten, denk ik.

Niet veel later is het hechten klaar. Ik help Tanja haar onderbroek aan te doen en geef haar kraamverbanden. ‘Moet ik zo proberen de baby aan te leggen aan de borst?’ vraagt ze.
‘Nee, sorry,’ begin ik, ik kijk even kort naar Naomi en Tiny. ‘Ik ga Keano meenemen naar de kinderafdeling. Hij moet worden nagekeken, dat had je begrepen toch?’
‘Ja, klopt, moet dat gelijk?’ vraagt Tanja.
‘Ja, ik ga even naar de kinderafdeling vragen of hij mag komen en dan kom ik terug. Knuffel nog maar even goed met hem.’
Ik heb geen enkele angst dat Tanja het bed uitstapt en met Keano verdwijnt. Ook Tiny zit nog bij haar op de kamer.
‘Als er ook maar iets is, druk dan op de bel,’ zeg ik zowel tegen Tanja als tegen Tiny. ‘Dat is prima,’ antwoordt Tiny. Tanja heeft enkel oog voor Keano.


Ik loop de deur uit richting de koffiekamer. In de koffiekamer zit jeugdzorg te wachten. Ik trek de stoel naar achter tegenover de dame van de raad. Ik stel me voor en vertel dat Tanja is bevallen. Zij stelt zichzelf voor als Annemarie.
‘Mooi, is alles goed gegaan?’ vraagt ze.
‘Ja, ik heb de baby nog even bij haar op de borst laten liggen, ik wilde dat doen totdat de baby een uurtje oud is.’
‘Dat is oke, is er iemand bij haar?’ vraagt Annemarie.
‘Ja, Tiny is daar en ook de verpleegkundige houdt een oogje in het zeil,’ zeg ik. ‘Ik ga nu naar de kinderafdeling vragen of zijn bedje al klaar is.’ Ik kijk op mijn horloge: Keano is een half uurtje oud. Ik loop naar de kinderafdeling en vertel het verhaal. Zij wisten al dat Tanja er lag, dat had mijn collega al doorgegeven dus ze weten wat het plan is. De kinderarts is er niet dus die bel ik. Ik spreek af dat ik Keano naar de kinderafdeling breng als hij een uurtje oud is. Het lijkt hun beter dat zij de moeder niet zien zodat er niet nog iemand anders bij betrokken raakt. Ik vind het oke. Ik vind het al zielig genoeg.

Ik pak een kop thee uit de keuken en ga achter mijn bureau zitten. Naomi komt ook het kantoor binnen en gaat naast me zitten.
‘Ze is best lief voor Keano hè?’ zegt Naomi.
‘Zeker weten, vind ik ook, lastig hoor,’ zeg ik.
‘Tja, gelukkig hoeven wij dat besluit niet te nemen,’ zegt Naomi.
Ik vertel haar wat Annemarie en de kinderarts hebben gezegd en kijk nog eens op de klok. Nog een kwartiertje. We zitten zwijgend naast elkaar tot de klok zes uur slaat. Ik sta op: ‘Je hoeft van mij niet mee als je dat niet wilt,’ zeg ik tegen Naomi.
‘Nee, ik ga echt wel mee,’ zegt ze.
Samen lopen we weer naar kamer 1. Arme Tanja kan ik alleen maar denken. Ze heeft geen idee dat dit voorlopig de eerste en enige ontmoeting met Keano is.

Als we binnenkomen zit Tanja op haar telefoon met Keano op de arm. Tiny kijkt wat angstig, ik kan het me goed indenken. Ik leg Tanja uit dat ik met de kinderarts heb overlegd en dat hij graag wil dat Keano naar de kinderafdeling komt.
‘Dat is goed, neem hem maar mee,’ zegt ze.
‘Geef hem nog maar een hele dikke kus,’ zeg ik.
Ze kust Keano: ‘Dag lekker ventje van me.’
Ik neem Keano van haar over en glimlach naar Tanja. Ik kan niets uitbrengen. Ik draai me om en loop naar de deur. We hebben afgesproken dat Naomi, Tanja gelijk gaat helpen om te douchen. Ze wil vast zo snel mogelijk weg hier als ze hoort dat Keano niet meer terug komt.


Ik loop de gang over met Keano op de arm. Dit is heel ongebruikelijk maar dat weet Tanja niet. Ik loop de klapdeuren van de kinderafdeling door en ga naar kamer zeven. Ik weet dat dat de kamer wordt van Keano. De kinderverpleegkundige staat al klaar.
‘Ik heb de kinderarts net gebeld, hij komt eraan,’ zegt ze.
‘Prima,’ antwoord ik. Ik leg Keano neer op de opvangtafel en blijf even staan. De kinderarts komt op dat moment ook binnen en ik wissel de gegevens die ik heb uit. Ik draai me om en loop de kamer af.

Ik loop door naar de koffiekamer. Annemarie zit nog met hetzelfde bekertje als daarnet naast haar op de laptop te werken. Inmiddels is er nog iemand bij komen zitten. Een collega, zo blijkt. Samen met de voogd van Tanja gaan ze straks het gesprek aan. Tanja’s voogd is net gebeld ook al is wettelijk de voogdij afgesloten toen Tanje 18 werd, met haar voogd heeft ze al jaren een band. Haar voogd was ook op de hoogte van de situatie. Ik deel mee dat Keano op de kinderafdeling ligt. Meer kan ik niet uitbrengen. Ik weet dat het beter is dat het zo gaat maar het is onwijs verdrietig.

Terug in mijn kantoor neem ik plaats achter mijn computer ik login en begin met mijn administratie. Het is moeilijk om me te focussen. In mijn ooghoek zie ik kamer één: Daar waar Tanja nu niets vermoedend de bloedspetters van haar lijf afspoelt onder de douche. Je zal maar net bevallen zijn van je zoon en hem slechts één keer mogen vasthouden. Ik hoop maar dat die volgende keer snel zal komen. Dat Tanja haar leven op de rit gaat krijgen, dat ze gaat vechten voor Keano. Hopelijk is dit een omslagpunt. Maar ik hoop ook dat het Nederlandse systeem werkt. En dat wanneer Tanja haar leven heeft verbeterd en ze is afgekickt dat ze dan een kans krijgt om voor haar kleine Keano te zorgen. Ik zal het nooit te weten komen, daarvoor is ze te kort bij ons onder zorg.


Niet veel later zie ik Naomi kamer één aflopen, ook haar gezicht staat strak. Ze opent de deur van mijn kantoor: ‘Ik weet echt wel dat het beter is, maar is het ook de enige oplossing?’
‘Ik weet het niet,’ antwoord ik naar alle eerlijkheid. En ga door met waar ik mee bezig ben. Stilzwijgend eten we met de rest van de collega’s ons eten. Ik zie Annemarie met haar collega en Tanja’s oude voogd kamer één binnen lopen. Mijn adem stokt in mijn keel. Over tien minuten is de wereld van Tanja nog een stukje verder ingestort.

Zal dit een betere start opleveren voor Keano? Of zal Keano hetzelfde pad als zijn moeder bewandelen en van pleeggezin naar pleeggezin gaan? Ik weet het niet en zal het ook niet weten. Een half uur nadat de deur opende, gaat de deur van de verloskamer weer open. De drie mensen stappen de verloskamer weer af. Dit keer met een rolstoel. Ik zie ze naar de kinderafdeling lopen. Tanja mag gelukkig afscheid nemen van haar kindje, ze kijkt naar de grond als ze voor de koffiekamer langs rolt.

Ik loop terug naar mijn kantoor op de route van de kinderafdeling. Niet veel later lopen de drie dames met Tanja in de rolstoel terug naar verloskamer één. Tanja huilt tranen met tuiten maar laat zich gedwee voortduwen terug richting haar kamer. Tiny staat in de deuropening en knielt neer voor de rolstoel. Ze omhelst het meisje alsof het haar eigen kind is. Ik vind het aandoenlijk en triest tegelijk.

Tanja heeft een nieuw trauma en ik vraag me af of ze die te boven komt.


Helaas weet ik niet hoe het nu met Tanja en Keano is. Ik heb er nog eens naar geïnformeerd maar kan niet achter de informatie komen. In mijn hoofd maak ik er daarom maar een goed einde van.


Waardering: 1 uit 5.

Meer lezen over verloskunde klik hier.
Of juist lezen over het hebben van een tweeling, klik hier.

3 gedachten over “Als de keuze voor je wordt gemaakt

Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: