Thuis bevallen van een tweeling

Deze blog is ook gepubliceerd in het tijdschrift voor ouders van meerlingen (NVOM).

Als je voor het eerst bij de verloskundige komt is alles spannend. De eerste stap over de drempel, het wachten in de wachtkamer het eerste gesprek over dat groeiende wezentje in je buik wat tot op die dag onwijs onwerkelijk lijkt. Maar het meest spannend is voor velen de eerste echo. Als op die eerste echo dan ook nog eens meer dan één kloppend hartje wordt gezien, blijft het bij de aankomende ouders vaak even stil. Iedereen met een twee- of meerling kan beamen dat na één blik op het echo-scherm de onbezorgdheid van de zwangerschap weg is.

Twee of meer baby’s in één baarmoeder zorgt automatisch voor begeleiding in het ziekenhuis. Alle volgende controles worden door mensen in witte jassen gedaan. Die controles zitten vol met echo’s, uitleg en metingen. Bij deze aanstaande ouders spat het hele geromatiseerde beeld van een bevalling thuis uiteen.


Lees hieronder hoe dat toch even anders liep bij Hugo en Marie-An. Met hun toestemming deel ik een klein stukje van hun ervaring waarbij die gedroomde thuisbevalling toch ineens werkelijkheid werd.

Ik probeer uit te leggen hoe een navelstreng voelt. Een betere omschrijving dan ‘een soort naaktslak met een hartslag,’ kan ik op dat moment niet verzinnen. ‘Mooi,’ ga ik verder. ‘Dan wachten we rustig af.’

Mijn nachtdienst is bijna voorbij. De telefoon gaat. Ik neem op en hoor een man aan de andere kant van de lijn.
‘Met Hugo,’ zegt de man super kalm. ‘Ik zie een hoofdje.’
‘Huh, wat zeg je?’ vraag ik. Ik ga ervan uit dat ik dit verkeerd heb verstaan.
‘Ja, het hoofdje is geboren.’
‘Wat is de reden dat jullie in het ziekenhuis onder controle zijn?’ vraag ik om een risico-inschatting te maken.
‘Ja, mijn vrouw is zwanger van een tweeling,’ gaat Hugo verder.
Snel trek ik een verpleegkundige aan de jas om me te helpen. Ze opent het dossier van het stel waarna ik zie dat ze 36 weken zwanger is en dat beide kindjes in hoofdligging liggen. Dat stelt me gerust. In een splitsecond gaat er van alles door mijn hoofd. Ik herpak me.
‘Het hoofd is er al?’ vraag ik.
‘Ja, wat moet ik doen?’
‘Leg een kussen onder de billen van je vrouw en probeer het hoofdje licht naar beneden te trekken.’
Met dat ik het zeg fluister ik de verpleegkundige toe dat ze een verloskundige en ambulance richting dit stel moet sturen.
‘Ja, de baby komt, hij komt nu,’ zegt hij meer verbaasd dan nerveus. Terwijl hij dit zegt hoor ik een huilende baby. Ik durf rustig uit te ademen. ‘Probeer de baby goed af te drogen en daarna te bedekken met handdoeken of dekentjes.’
‘Jaaaa,’ roept Hugo verrukt. ‘Hij is er, roze en wel. Alles erop en eraan!’
Ik complimenteer Hugo met zijn kalmte en vraag hem naar zijn vrouw en naar het bloedverlies. Ik geef aan dat we een verloskundige bij hun uit het dorp en een ambulance naar ze toe hebben gestuurd.  
‘Fijn. Wat als die tweede ook komt?’ vraagt hij.
‘Er komt zo snel mogelijk iemand bij jullie en anders blijf ik aan de telefoon,’ zeg ik tegen beter weten in. Tal van complicaties spoken door mijn hoofd. Redenen te over om met een tweeling in het ziekenhuis te bevallen. Er kan niet alleen een arm uitzakken of een voet maar ook een stuk navelstreng. Ik durf niet te zeggen dat het regelmatig gebeurt dat een tweede baby bij een tweeling per keizersnede geboren moet worden in verband met nood. Ik vertrouw op de natuur, die is vaak mild.

Ondertussen lach ik in mezelf om deze bizarre situatie. Dit stel is zó rustig en kalm, niet te geloven. Ook zijn vrouw hoor ik op de achtergrond helemaal niet gillen of in paniek zijn.
‘Heeft ze op dit moment nog persdrang?’ vraag ik als het wat gekalmeerd lijkt.
‘Eh, nee. Ze voelt helemaal niets,’ zegt Hugo.
‘Mooi, de ambulance en de verloskundige zijn onderweg. Ze kunnen er ieder moment zijn. Wil je de voordeur vast voor ze opendoen?’

Hugo blijft relaxt. Ik vraag of hij inwendig onderzoek durft te doen. ‘Zeker,’ zegt hij. ‘Hoe moet dat?’
Ik leg kort uit dat het fijn is om te weten of er geen navelstreng uitzakt van het tweede kindje. Dat zorgt namelijk voor een spoedsituatie en maakt handelen vereist. Dat zeg ik er overigens niet bij.
‘Voel je iets?’ vraag ik terwijl Hugo inwendig onderzoek doet.
‘Nee eigenlijk niet,’ zegt hij. Ik probeer uit te leggen hoe een navelstreng voelt. Een betere omschrijving dan ‘een soort naaktslak met een hartslag,’ kan ik op dat moment niet verzinnen. ‘Mooi,’ ga ik verder. ‘Dan wachten we rustig af.’


Ik hoor de ambulance en de verloskundige arriveren, we wisselen kort wat gegevens uit en ik begrijp dat het goed gaat. We hangen op, ze komen eraan.

Drie kwartier later arriveert de ambulance op de verloskamers. Marie-An zit kaarsrecht met een grote grijns op de brancard. Mijn collega heeft haar opgevangen. De weeën waren weg toen ze bij ons kwam. Alsof ze opnieuw moest beginnen. Een uurtje later, als ook Hugo en baby Sam gearriveerd zijn starten we de weeënopwekkers. Het tweede kindje ligt netjes met het hoofd naar beneden maar van weeën komt lange tijd niets. Als er een klein beetje weeën zijn is het al snel vijf uur later. We besluiten de vliezen te breken.

Nog geen kwartier na het breken van de vliezen wordt ineens het broertje van Sam, Mees geboren. De verloskamer wordt gevuld met een luide schreeuw. En alsof Sam zijn broertje wil verwelkomen op deze wereld huilt hij met hem mee.

Dat was bijzonder zeg. Hoe mooi is de natuur?


Lezen hoe ik eerder eens een bevalling via facetime begeleidde? Klik hier.


Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: