Soms heb je van die dagen op de verloskamers dat het onwijs druk is. Dat kan van het één op het andere moment gebeuren. Waar je een uurtje geleden nog een kop met dampend hete thee aan het drinken bent, kan het zijn dat je een uur later met alle collega’s vaststaat bij een aantal bevallingen. Niets zo veranderlijk als het weer zegt Piet Paulusma ook wel, maar ik kan daaraan toevoegen: Niets zo veranderlijk als de ontsluiting van een barende.
Ik neem je mee naar zo’n kneiterdrukke dienst. En laten we voorop stellen: dat gebeurt nou eenmaal soms. Dat heeft niemand in de hand. Natuurlijk hebben we wel eens een opname stop maar spoed-moet. Dus ligt iemand thuis te baren en de baby is ineens in nood dan komen ze (hoe vol de verloskamers ook liggen) gewoon erbij in. En dat is maar goed ook, want zo moet de zorg geregeld zijn.
Toch heeft dat ook een keerzijde, ik kan dan niet altijd de zorg geven die ik graag zou willen geven. Ik neem namelijk het liefst de tijd voor de mensen, dat ik rustig met iedereen kan zitten en kan keuvelen over hoe de babykamer eruit ziet en hoe de zwangerschap is geweest. Maar soms, lieve zwangeren, is daar geen tijd voor. Hoe graag ik dat dan ook zou willen.
Het is vandaag hartje zomer, de mussen vallen van het dak. Meestal zien we op van die bloedhete dagen maar weinig vrouwen puffend de verloskamer op komen. Veel te warm om te bevallen. Maar vandaag niet. Het ligt vol, er is een opnamestop afgegeven en de verpleging is in de weer. Veel tijd om over te dragen is er niet. Ik splits me op met mijn collega’s en we gaan aan het werk.
Ik heb twee verloskamers waar iemand ligt te bevallen en iemand die ik moet beoordelen om te kijken of ze gaat bevallen. Begin bij het begin. Eerst maar langs de dame die het snelst op de nominatie staat om te bevallen. Sharon heet ze. Sharon krijgt haar tweede kindje. De eerste ging heel traag en daarbij zat alles tegen wat tegen kon zitten. Ze heeft de bevalling zelfs als traumatisch ervaren. Dat is ontzettend naar, ik hoop dat ik haar vandaag een betere ervaring kan geven.
Ik loop de kamer in bij Sharon. Ze heeft net haar ruggenprik gekregen omdat ze die vroegtijdig wilde. Ze kijkt blij en tevreden en lacht me amicaal toe. Haar blonde haren zitten vast in een knot boven op haar hoofd. Naast Sharon staat Tim, een al even joviale man met zijn armen onder de tatoeages. Hij stelt zich voor en ik ook. Sharon had voor de ruggenprik drie centimeter. Dat is inmiddels 2,5u geleden, ik stel voor nogmaals te voelen naar de ontsluiting. Dat vindt ze goed.
Sharon heeft acht centimeter en het hoofdje duwt hartstikke mooi aan. Ze is onwijs blij met het nieuws en dat kan ik me voorstellen. Dit gaat goed met die betere ervaring zoals het lijkt. Het kan ook nog wel eens snel gaan. Ik zie dat de verpleegkundige alle spulletjes voor de baring al heeft klaargelegd dus ik kan weinig betekenen. Ik kan niets voor Sharon doen en ook Tim heeft al een bakje koffie dus ik draai me om en loop de kamer af.
De volgende patiënt die ik verzorg ligt een kamer ernaast. Haar naam is Adiam. Adiam woont sinds een paar maanden in Nederland. Haar partner woont hier al twee jaar. Ze komen uit Erithrea en hebben een hoop meegemaakt. Adiam kijkt me gespannen aan als ik de kamer op kom lopen. Ik stel me voor als de collega van de nieuwe dienst. Ik praat langzaam en hoop dat Hamid me goed kan verstaan. Hij lacht vriendelijk, knikt ja en zegt dankjewel. Of hij het echt goed begrepen heeft vraag ik me af.
Adiam krijgt haar eerste kindje, ze heeft suikerziekte waarvoor ze ook insuline spuit. Dat is de reden dat ze nu wordt ingeleid. Ze is net 38 weken. Vanmorgen zijn haar vliezen gebroken door mijn collega van de dagdienst. Daarna zijn de weeën niet begonnen dus heeft ze weeënopwekkers gekregen. De ontsluiting gaat heel mooi soepel, ze heeft nu vijf centimeter en heeft net een pijnstillings-pompje met morfine gekregen om te kunnen ontspannen.
Ze kijkt me zweverig aan en ik zie dat ze wat high is van de morfine. Haar bloeddruk is laag en ook de hartslag van de baby laat op de monitor een slaperig hartfilmpje zien. Dat past bij het gebruik van morfine en dat is veilig maar we houden het wel goed in de gaten. Ze heeft een neusbrilletje met zuurstof in haar neus omdat haar zuurstofgehalte wat laag blijft. Ze heeft een bloeddrukband om en een zuurstof-saturatiemeter om haar vinger. oHaar ranke lijf verdwijnt in het bed onder de lading dekens. Ze heeft het vast koud. Het enige wat opvalt in het bed is haar prominente buik, deze geeft een mooie bolling onder de dekens.
Ik open met mijn pasje de computer op de kamer en lees vluchtig hoelaat het laatste inwendig onderzoek was. Een dik uur geleden, dat is mooi dan kan ik Adiam nog even rustig laten ontspannen. Ik vraag of ik nog wat kan betekenen en loop vervolgens de kamer af. Snel door naar de laatste patiënt die ik moet zien, Noëlle.
Noëlle is 24 en krijgt haar eerste kindje, ze is de afgelopen week al een paar keer bij ons geweest omdat ze dacht dat ze ging bevallen, dat was telkens niet het geval. Ik heb haar twee dagen geleden toevallig ook gezien, dat is fijn want dat scheelt voor ons beiden een kennismaking. In een groot ziekenhuis zie je niet vaak dezelfde gezichten. Het is dus fijn als we een bekende naam zien tijdens de verdeling van de patiënten. We proberen daar dan altijd rekening mee te houden.
Veel tijd voor Noëlle krijg ik niet want ik heb haar goed en wel onderzocht als mijn telefoon gaat. De baby van Sharon komt eraan. Ik sprint richting de verloskamer want als Margreet je belt, weet je dat het menens is. Ik trek de deur van Sharon open en gris handschoenen boven het aanrechtje vandaan.
‘Ik houd het niet meer hoor,’ Sharon gilt. Ze is volledig in paniek.
Margreet houdt haar hand vast en probeert haar te kalmeren.
‘Prima, laat maar komen, alles staat klaar, duw maar gewoon een beetje mee, ik voel zo of je volledige ontsluiting hebt,’ zeg ik.
‘Dat kan toch niet zo snel,’ zegt Sharon.
‘Alles kan,’ zeggen Margreet en ik in koor.
Sharon heeft inderdaad tien centimeter. Nog geen kwartier later wordt daar een huilend mannetje geboren. Ik leg hem op de borst van Sharon als mijn telefoon gaat. Ik trek mijn handschoenen uit en neem op. Noëlle wil graag iets tegen de pijn. Dat snap ik, ze is al de hele week onrustig en in touw, ze had net 4 centimeter ontsluiting, een heel mooi begin maar dat kan ook zeker nog wel even duren.
‘Kan ze even wachten?’ vraag ik de verpleegkundige. ‘Ik heb hier net een baby.’
‘Jahoor, ik bereid alvast een en ander voor,’ zegt de verpleegkundige aan de andere kant van de lijn.
Ik laat nog even de placenta van Sharon geboren worden en inspecteer naar eventuele rupturen. Een klein ruptuurtje die ik wel moet hechten. Daar heb ik nu niet direct tijd voor dus ik geef aan dat ik straks terugkom. Sharon vindt alles prima, die is allang blij dat het zo vlot is gegaan. Dat trauma is er natuurlijk nog van de eerste maar dit is een prachtige nieuwe ervaring geworden.
Ik loop de kamer af en stap de kamer van Noëlle weer op. Een heel verschil met een dik half uur geleden. Alsof mijn teken dat ze vier centimeter had haar het startschot gaf dat het menens was. Bertine, de verpleegkundige, zit naast haar en prikt een infuus.
‘Had je al nagedacht welke pijnbestrijding je zou willen?’ vraag ik Bertine.
‘Een ruggenprik alsjeblieft. Ja toch schat?’ ze kijkt naar haar vriend.
‘Ik voel niet wat jij voelt,’ en hij trekt zijn schouders op.
Ik leg alles uit over de ruggenprik en bereid haar voor dat het soms een uurtje kan duren nadat ze een infuus heeft en klaar ligt. Noëlle vindt het prima. Die is allang blij dat er wat gaat gebeuren. Ik help even een en ander aangeven voor het infuus en loop dan weer terug naar Sharon om daar te gaan hechten.
Margreet heeft alle hechtspullen al klaargezet en ik kan gelijk beginnen. Ik trek mijn steriele handschoenen aan en ga tussen de benen van Sharon zitten.
‘Ik ga het eerst verdoven, die prik is niet fijn maar hopelijk voel je daarna niets meer.’
‘Oh, is goed hoor,’ zegt Sharon. ‘Ik kan alles weer aan! Wat ging het snel hè?’
Terwijl ik aan het hechten ben praten we even na over de razendsnelle bevalling. Margreet loopt de kamer af en mijn telefoon rinkelt in mijn borstzak. Ik twijfel of ik op zal nemen want ik ben bijna klaar met hechten. Als hij maar blijft gaan trek ik mijn handschoenen uit en neem op. Het is de verpleegkundige die zorgt voor Adiam, Ellen.
‘Ik denk dat ze persdrang heeft,’ zegt ze.
‘Dat is mooi,’ zeg ik. ‘Ik ben even aan het hechten, dat maak ik even af, ik kom zo je kant op. Als ze veel druk voelt mag ze gerust een beetje meedrukken. Het is een eerste baby, die valt er niet maar zo uit dus dat is prima. Mocht het meer menens worden bel dan, dan kom ik gelijk. Ik maak hier het hechten nog even af.’
‘Dat is goed,’ Ellen hangt weer op.
Nog geen tien minuten laten gaat mijn telefoon weer. Ik zie op het scherm dat het Ellen weer is. Ik ben nog net niet klaar maar neem toch op.
‘Je moet nu komen, het kind komt eraan.’
Ik sta op en loop zonder uitgebreide uitleg naar de overkant van de gang. Mijn hechtschort heb ik nog aan, die trek ik al rennend uit. Ik trek de deur open en hoor zacht babygehuil. Adiam kijkt me met grote bambi-ogen aan, nog steeds suf van de morfine. Ellen staat bij het bed: ‘Precies op tijd,’ lacht ze: we hadden een K.I.B’tje.
Ik lag om haar benaming K.I.B.: Kind In Bed.
Ik stel Adiam gerust en zie een prachtig klein mensje geboren worden in Ellens handen. Geen hulp van mij nodig. Wauw, wat heeft ze dit snel gedaan zeg. En dat voor een eerste. Ergens vind ik het ook sneu. Door de taalbarrière heeft ze waarschijnlijk niet duidelijk genoeg kunnen aangeven wat ze voelde. Bevallen is al heftig, laat staan in een onbekend land, zonder familie waar je de taal niet spreekt.
Adiam lacht lief naar ons en ik koppel snel de morfine af. Het heeft een kwartiertje uitwerk tijd nodig, die tijd heeft ze ook wel nodig denk ik. Hamid, haar man, staat naast haar met de handen achter het hoofd. Hij loopt onrustig heen en weer en praat in een taal die ik niet kan verstaan. Ik zie in zijn ogen verwondering, trots en ongeloof. Deze beste man weet niet wat hem gebeurt.
Ik neem even de tijd en aanschouw het tafereel. Mijn telefoon gaat weer, ik wil hem eigenlijk door het raam gooien maar doe het niet.
‘Met Lisa,’ zeg ik opgewekt.
‘Met Jasmine, verloskundige van praktijk Aan het Water, ik wil graag iemand overdragen in verband met een niet vorderende ontsluiting.’
‘Oke, dat is goed, we hadden wel een opnamestop vanmiddag maar inmiddels zijn er geloof ik aardig wat kindjes geboren. Geef maar door dan bel ik je met een kwartiertje terug of ze er daadwerkelijk in mag.’
Ik noteer de gegevens en overleg met de zorgcoördinator. Ze mag gelukkig komen dus ik bel Jasmine van de verloskundigenpraktijk weer op. Ze is blij dat ze mogen komen en geven aan dat ze er binnen het uur zijn.
‘Tot zo,’ zeg ik en hang op.
Ik rond de werkzaamheden af op de kamer van Adiam. De placenta wordt vlot geboren. Ze heeft een flink ruptuur die ik moet hechten maar ook dat moet even wachten want ik was nog niet klaar bij Sharon. Ik vraag of Adiam het goed vindt dat ik met een uurtje terug ben voor het hechten. Dat geeft me even wat ruimte. Adiam vindt alles goed. Ik verifieer het nog eens bij Hamid, ook hij knikt ter goedkeuring als ik uitleg straks weer terug te komen.
Ik loop de kamer af en moet lachen als ik terugdenk aan het gezicht van Ellen toen ik de kamer op kwam. Een K.I.B. bij een eerste baby, dat gebeurt niet zo vaak. Het komt vandaag wel goed uit want het lijkt wel alsof er een blik met barenden is opengetrokken met dit warme weer.
Ik krijg gelukkig de tijd om te hechten bij Sharon, daarna regel ik de ruggenprik voor Noëlle want die is voorgevuld met vocht waarna ik snel wat administratie van de eerste bevalling opschrijf. Ik loop terug naar Adiam en begin daar ook met hechten. Adiam is pijnlijk, ze vindt het hechten niet fijn. Ik probeer er de tijd voor te nemen maar die tijd wordt me niet gegund. Ik geef Ellen mijn telefoon nadat hij al twee keer is gegaan. Na een dik half uur is het hechten klaar. Adiam is blij dat het achter de rug is. Ik leg uit dat ik de kinderarts ga regelen om te kijken hoe het met de suikers van hun baby is en vertel dat ik straks nog eens probeer terug te komen om te horen hoe het gaat.
Ik loop de kamer af en kijk op mijn telefoon: bijna zeven uur en al twee baby’s rijker. Ik loop richting ons kantoor om eens te horen hoe de score bij mijn collega’s is. Mijn collega’s zijn niet op het kantoor, ook druk dus. Ik ga achter de computer zitten en begin snel met het uitwerken van de administratie van de bevallingen. Hoe meer er gebeurt hoe minder het beklijft, snel noteren dus. Avond eten komt straks wel een keer.
Veel tijd krijg ik niet want mijn telefoon rinkelt weer.
‘Ik wil graag iemand insturen in verband met meconiumhoudend vruchtwater,’ hoor ik een bekende collega uit een verloskundigenpraktijk vertellen. Ik herhaal de riedel van eerder deze dienst door eerst de coördinator te bellen of ze erin mag. Ook deze dame mag erin. Dit belooft nog wat vanavond denk ik als ik ophang. Ik bel de verloskundige terug en nodig ze uit te komen.
‘Dankjewel, we komen er zo aan.’ De verloskundige hangt op nadat ik de gegevens van de nieuwe barende heb genoteerd.
Ik neem een diepe hap lucht en adem uit. Typ snel verder met de administratie en duik vast in het dossier van de dames die komen. Ik geniet van het rustige kwartiertje zittend op mijn stoel, dat gaat vast niet lang duren en ik krijg gelijk, mijn telefoon rinkelt weer. Ik ga vast staan en loop de afdeling op. Op naar de volgende bevalling.
Die dienst zijn er in totaal negen kinderen geboren! NEGEN in acht uur tijd! Op een snikhete zomerdag. Gelukkig ging alles goed en werd het vanzelf weer het einde van de dienst. Niet al mijn diensten gaan zo hoor. Maar goed ook want dan gaat de lol er wel een beetje vanaf. Maar af en toe en dagje baby’s knallen met een K.I.B’tje erbij is dan wel weer heerlijk. En iedereen op zijn eigen manier, ook fijn. Mensen zijn echt wonderlijk en de verschillen ook. Daar geniet ik nou van.
Waar ik nú van ga genieten is vakantie. Even geen blogs en verhalen meer, maar even vrij. Ik kom weer terug met mijn blogs hoor, maar niet meer wekelijks. Bedankt dat jullie mij het afgelopen jaar gevolgd hebben. Bedankt voor jullie enthousiasme en jullie reacties. Erg leuk! DANK.
Lisa.