Kamperen met een tweeling van één

Kamperen, dat doen we wel als we later kinderen hebben zeiden mijn man en ik gekscherend wel eens tegen elkaar. Zolang we nog geen kinderen hebben willen we het liefst zo veel mogelijk van de wereld zien. En BAM! Tijd vliegt, reizen zijn gemaakt, snowboard aan de wilgen, backpack op zolder en ineens zijn daar twee kinderen. De tijd van vliegen naar subtropische bestemmingen, daar het land doorkruisen en ’s ochtends zien waar we die dag zin in hebben is voorbij. Het échte vakantie vieren met je gezin is aangebroken. Dus zoals half Nederland, pakten ook wij ons hele (tweeling) hebben en houwen in voor een trip naar Zuid-Frankrijk. Want mooi weer is dan toch wel weer een vereiste.

We hadden de luiers ingepakt, ladingen kleren, een extra campingbedje en onze duo-kinderwagen achterin gezet. Denk dan ook nog even aan twee weken flesvoeding, onze eigen jam (want stel dat ze de Franse niet lusten) en meer van die ‘oh dat is handig’ dingen. Zo geschiede, die grote Megan inclusief dakkoffer zat in no-time hutjemutje vol. 

In het holst van de nacht wilden we vertrekken met onze baby’s (oké, niet officieel baby’s meer maar je begrijpt wat ik bedoel) richting Frankrijk. Ons goede voornemen om flink voor te slapen mislukt al direct. Baby één huilt de boel bij elkaar. Ik vermoed met name projectie van onze eigen spanning en onrust.. Ik offer me op want manlief start met rijden. Ik zet haar bed op de logeerkamer waar ik ook naast kruip. Mijn eigen plan om rond acht uur in bed te liggen mislukt. Gelukkig is het om elf uur eindelijk stil en ben ik blij dat op mijn wekker staat: ‘u kunt nog vier uur en tien minuten slapen’. Gelijk al spijt van de vertrektijd om 4.00u.

Het verplaatsen van twee slapende meisjes van het bed naar de auto rond 4.00u gaat best oké. We zijn nog niet op de snelweg of beide dames liggen al te tukken op de achterbank. Tevreden kijken we elkaar aan. Tot nu toe een makkie. Na heel wat broodjes, koekjes, drinken en een aantal stops voor het wisselen van luiers, eigen behoeftes en de benen strekken komen we die middag aan op de camping.

We melden ons bij de receptie en krijgen onze plek toegewezen. Dol enthousiast rijden we naar onze plek, daar aangekomen zakt gelijk de moed in mijn schoenen. Aan het einde van de stijl aflopende berghelling staat onze safari-tent. Voordeel: hij staat al en we hoeven alleen maar uit te pakken. Nadeel: rondom onze safari-tent loopt alles stijl naar beneden. Er zit wel een hek, maar voordat de eerste horizontale plank ligt zie ik al voor me hoe daar twee meisjes van net één jaar in een streep onderdoor kruipen.

We draaien direct de auto terug naar de receptie en proberen in ons beste Frans een andere plek te bemachtigen. Helaas is het bouwvak en dus stervensdruk, alles zit vol. Laten we er maar het beste van maken. Die dag verloopt vrij soepel. Meisjes zijn munt en liggen zo te tukken. Het is een aangenaam temperatuurtje van rond de twintig graden en we proosten op de vakantie met een biertje en een wijntje.

Die dag erna gelijk in alle vroegte een bouwmarkt opgespeurd om touw te halen. Met dit touw hebben we het hele hekwerk rondom de safari tent hermetisch afgesloten. Succes meiden, hier komen jullie niet meer langs!


“Als we nog eens écht op vakantie willen, laten we de kinderen thuis.”


Het belooft een warme week te worden wat we gelijk op dag twee goed doorhebben. Waarom heeft niemand verteld dat als je gaat kamperen het in die tent misschien nog wel een paar graad warmer is dan buiten die tent. Je raadt het al, dat slapen ’s middags was een beetje te heet. En weinig slaap in combinatie met een tweeling is: drama. Goede moed hadden we dan ook toen het avond werd want dan zouden ze vast heerlijk slapen. Ondanks het vele doorluchten als de zon ook maar iets achter de bomen zakte was het rond half zeven ’s avonds nog steeds een sauna in de tent. Slapen voor tien uur: dacht het maar niet. 

Oja, en een safaritent, ziet er fantastisch uit. Maar die houten planken in je tent. Die alle kanten op kraken en dan de koelkast in het uiterste puntje van de tent zetten. Wie heeft dat bedacht? Ik vermoed dat dat een kinderloze, dove ballerina is die alleen op vakantie gaat. Want ik weet niet bij welk geluid jouw kinderen wakker worden maar die van ons al bij het minste of geringste. En je raadt het al: is er één wakker dan duurt het niet lang voor nummer twee om te ontwaken.

Ook denk ik dat hoofdpijn niet heel fijn is als je wil slapen. Baby 2 viel van een stenen gans af waar wij haar op hadden gezet (want, leuk voor de foto). Slecht ouderschap noemen ze dat ook wel. Bof! Met haar hoofd op de stenen. Niet van heel hoog maar hoofd-op-steen is een vrij harde combinatie. Die nacht voor de zekerheid maar een paar keer baby 2 wakker gemaakt. Je raadt al wie het ook leuk vond om wakker te worden en te huilen midden in de nacht.. Sorry buren!

Maar goed, het was fijn om samen te zijn. Je ontbijtkruimels van de helling te vegen in plaats van de stofzuiger te moeten pakken, elke dag mooi weer, zitten met een boek op schoot en eens niet racen van de opvang naar je werk, eten koken en naar-bed-breng-stress. Onze meisjes hebben zich vermaakt. Het zwembad was fijn. Maar echt vakantie vieren zoals op die subtropische eilanden waar we rond tien uur eens ons nest uit rolden was toch wel van een ander kaliber vakantie.

Als we nog eens écht op vakantie willen, laten we de kinderen thuis.  


Lees ook mijn blog over zindelijkheidstoestand, klik hier.


2 gedachten over “Kamperen met een tweeling van één

Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: