Alles wat je van tevoren niet wil

Het is schemerig op verloskamer acht. Ik open de deur en hoor flink gezucht. Ik schuif het crèmekleurige gordijn opzij en kijk naar de rug van een lange man die naast het bed van zijn vrouw zit. Zijn handen als een coconnetje gevouwen om de hand van zijn vrouw. Zij ligt op haar zij in bed met haar ogen dicht. Rode blosjes verraden haar inspanning. De lakens zijn rommelig aan de kant geschopt en haar benen bewegen rusteloos in het verlosbed. Naast het bed staat een infuuspaal met drie pompen en daarnaast staat het CTG-apparaat die een hartslag van 170 slagen per minuut laat zien. Ik luister hoe ze dapper de wee wegzucht en geef haar man een meelevende knipoog als hij me met grote ogen aankijkt.

Zijn bruine ogen staan donker en vermoeid. Zijn halflange haar is vettig en uit model. Hij draagt een grijze joggingsbroek en een zwart strak shirt waardoor zijn brede schouders goed zichtbaar worden onder de strakke mouwtjes. Hij kijkt liefdevol naar zijn vrouw en wrijft nu met zijn hand over het ontblote bovenbeen op het bed.

De wee zakt af, ik doe een stap dichterbij en leg een hand op de voet van de bevallende vrouw.
‘Hoi, goedenavond. Ik ben Lisa, verloskundige van de nachtdienst en ik neem de dienst over van mijn collega. Hard aan het werk hier zeg! Je vangt het goed op.’
Eén oog opent zich en ze perst een kleine glimlach naar buiten.
‘Michelle,’ zegt ze zachtjes.
‘Hai Michelle,’ ik kijk naar hem maar hij heeft enkel aandacht voor Michelle.
Ik leg een hand op zijn schouder: ‘Wat is jouw naam?’
‘Oh, sorry! Ja, natuurlijk. Ik ben Pieter, maar zeg maar Piet hoor.’
Hij draait zich naar me om en houdt verwachtingsvol zijn rechterhand in de lucht om me te begroeten. Ik twijfel een seconde maar pak daarna toch zijn hand. Dat handenschudden post-corona moet ik nog steeds aan wennen.

Ik pak een kruk en schuif aan bij het voeteinde. Er komt weer een wee en ik moedig Michelle aan deze weg te zuchten. Ze heeft het zwaar. Ik zie dat ze moeite heeft de druk weg te krijgen, een goed teken. Een uurtje geleden heeft mijn collega gevoeld en had ze 8 centimeter, het zou fijn zijn als ze in rap tempo naar volledige ontsluiting (VO) gaat want de baby wil eruit als ik het CTG zo kan inschatten. Met de overdracht hebben we samen met de late- en nachtdienst gekeken naar het CTG en kwamen we tot de conclusie dat het niet al te lang moet gaan duren en dat het een goed idee is om een MBO (micro-bloedonderzoek) te gaan doen bij aanvang van persen. Een MBO is een onderzoek om het zuurstofgehalte in het bloed van de baby te bepalen.

Als de wee afzakt geef ik uitleg over hetgeen ik zojuist met de dienstdoende gynaecoloog heb besproken. Ik geef uitleg over de twijfels en leg uit wat een MBO inhoudt. Ook vraag ik of het goed is als ik eerst inwendig onderzoek doe om te kijken of er al VO is. Pieter knikt bijna bij elk woord dat ik zeg en ik zie aan Michelle dat ze ook naar me luistert. Er komt weer een wee en Pieter kijkt me indringend aan met zijn donkere ogen: ‘Doe vooral wat het beste is voor Mies en de baby.’
Tussen het wegzuchten door zegt ook Michelle: ‘Als de baby maar gezond is.’

Ik pak mijn telefoon uit mijn jaszak en toets het nummer van Femke in, zij is verpleegkundige van vannacht en ik zag op het overzichtsscherm dat zij ook voor Michelle zorgt. Ik houd de telefoon aan mijn oor en net op dat moment gaat de deur open.
‘Wat een timing!’ roep ik terwijl ik mijn telefoon uitdruk en hem terug in mijn borstzak laat glijden.
‘Ha, zeg dat,’ zegt Femke terwijl ze haar hand richting haar telefoon reikt die net stopt met rinkelen.
‘Ook nachtdienst vannacht dus? Gezellig!’
Ik knik naar haar: ‘Zeker!’

Femke loopt verder de kamer in, ze is hier al eerder geweest want het voorstellen slaat ze over. Ze pakt een koud washandje en wrijft ermee door Michelle haar bezwete gezicht. Ze ontspant er zichtbaar van en neemt vervolgens gulzig een paar slokken water van het glaasje die Femke haar voor houdt.
‘Ik wil gaan toucheren en ook een MBO gaan doen,’ zeg ik terwijl ik naar het CTG wijs.
‘Dat snap ik,’ zegt Femke. ‘Ik pak de spulletjes even.’

Terwijl ik Michelle help om op haar rug te komen liggen voor het onderzoek, leg ik nog een aantal dingen uit over het MBO. Ik vertel dat de uitslag meer informatie geeft over het zuurstofgehalte in het bloed oftewel of de baby het nog goed genoeg heeft in de baarmoeder. Ik leg uit dat de mogelijke uitslag een soort van stoplicht-waardes zijn. Rood staat voor: de baby moet er nu uit, oranje: let op, herhaal het onderzoek over 30 minuten en groen is: geen zorgen, de baby heeft het naar zijn zin.

Michelle knikt gelaten en lijkt het te begrijpen. Pieter stelt nog wat vragen en gaat daarna strijdlustig staan om me te helpen. Michelle draait zich soepel naar haar rug en ik merk dat ze nog redelijk wat gevoel in haar benen heeft ondanks de ruggenprik die ze vanmiddag heeft gekregen. Ik haal de beensteunen onder het bed vandaan en leg haar benen in de beugels. Ik stel het bed op de juiste hoogte in en verifieer of Michelle oke ligt. Ze steekt haar duim de lucht in met haar ogen dicht. Ik grinnik in mezelf, leuk mens is dit.

De achterkant van het bed is eraf en Femke is ondertussen weer terug op de kamer. We pakken de spulletjes voor het onderzoek uit en leggen alles klaar. Ik kijk nog eens naar het CTG-apparaat, ook zonder dit onderzoek denk ik dat ik de uitslag wel weet. Ik doe handschoenen aan en voel eerst met mijn vingers naar de ontsluiting: 10 centimeter, fantastisch! Ik voel dat het hoofdje mooi aandrukt dus laat Michelle gelijk starten met persen.
‘Wat goed en fijn!’ zeg ik nog tijdens het onderzoek.
Pieter omhelst Michelle en kijkt weer indringend naar mij met zijn donkere kijkers.
‘En nu?’
‘Persen maar! Bij iedere wee volle kracht meeduwen.’
Ik kijk Femke aan die mijn tekst overneemt en uitleg geeft over het persen zodat ik ondertussen het MBO uit kan voeren. Met een koker ga ik naar binnen waarmee ik op het hoofdje van de baby kijk. Ik leg alles zo goed als ik kan uit en ook tijdens de wee ga ik door. We verdoven het hoofdje waarna ik met een scherp mesje een krasje op de hoofdhuid zet. Ik duim in mezelf dat we een vacuüm kunnen voorkomen en dat we nog een half uurtje verlenging krijgen.
Het eerste druppeltje bloed dat uit het krasje komt, veeg ik weg waarna ik vlug een dun kokertje (capillair) pak waarin ik de tweede druppel opvang. Er komt een wee, ik geef flinke tegendruk met de koker om hem op de plek te houden zodat er geen vruchtwater of bloed van Michelle bij komt, dan moet ik opnieuw beginnen.
Femke moedigt goed aan en ik houd me even stil om me te focussen op het onderzoek. Dit zijn vaak momenten, net als de keren als ik flinke rupturen aan het hechten ben of onder het vruchtwater zit op een doordeweekse woensdagochtend bijvoorbeeld dat ik me vergelijk met vriendinnen met een kantoorbaan of in de winkel. Wat heb ik toch een bizar tof vak.
Enfin, het druppeltje bloed vult het capillairtje goed en ik ben blij met de vlotte procedure. Ik verwijder voorzichtig de koker en houd de capillair zo recht mogelijk dat er geen bloed verloren gaat. Femke helpt me met het uittrekken van mijn handschoen en stopt vervolgens het patiëntenstickertje van Michelle in mijn jaszak.

Met flinke pas loop ik de deur door, de gang over naar het MBO-apparaat. Ik voer mijn code in, laat het apparaat de druppel bloed opzuigen en vul de gegevens van Michelle in. De twee minuten die dan volgen, duren altijd een eeuwigheid. Ik trek mijn handschoenen uit en leun tegen het kozijn. Het balkje schuift langzaam naar 100% en ik hang vast boven het apparaat om de uitslag te zien: 7,21. Jak! We hebben max een half uurtje; een oranje uitslag.

Ik gris de uitslag uit de printer en loop langs het kantoor waar Hans, de gynaecoloog, op mij zit te wachten. Ik zwiep de deur open en roep de uitslag.
‘Mooi. Ik zit hier, laat weten als je me nodig hebt,’ zegt Hans.
Zonder antwoord te geven loop ik door naar kamer acht. Zodra ik de deur open, zeg ik gelijk dat de uitslag oranje is: oké dus.
‘Maar we gaan wel vaart maken.’

Femke is ondertussen druk met Michelle en Pieter aan het persen. Ze heeft het bed weer terug gedaan in zijn oorspronkelijke positie. Ik voeg me bij het trio en help Michelle door te gaan. Pieter is een geweldige steun en perst met elke wee bijna net zo hard mee als Michelle dat doet. Femke en ik hoeven maar weinig te zeggen. Michelle doe het hartstikke goed. Een eerste kindje er binnen een half uurtje uitpersen lukt maar weinig vrouwen. Toch is het fijn als we die vacuüm kunnen voorkomen.

De tijd vliegt voorbij en als we bijna een half uurtje bezig zijn, zie ik dat het hartfilmpje echt slecht wordt. Ik ben er niet meer gerust op en twijfel of we nog een tweede MBO moeten doen of ‘gewoon’ een vacuüm aangezien de uitslag bij persen er vaak niet beter op wordt. Ik dub een minuutje met mezelf en geef dan uitleg aan Michelle en Pieter.
‘Je bent nu dik twintig minuten aan het persen en dat doe je fantastisch, maar ik zie dat het CTG abnormaler wordt. Ik vind het niet meer verantwoord langer door te gaan, dus ik wil graag de gynaecoloog bellen om toch een handje te helpen met een vacuüm.’
‘Ja, natuurlijk, doe maar,’ zegt Pieter gelijk.
Ik kijk naar Michelle die net een wee krijgt en laat haar die wee weer op volle kracht meepersen.
‘Wat vind jij ervan Michelle?’ vraag ik haar als de wee klaar is.
‘Ja, toe maar! Die baby moet eruit!’
Ik pak de telefoon uit mijn zak en bel Hans.
‘Ik denk dat het klaar is.’
‘Ik denk het ook,’ zegt Hans. ‘Het CTG wordt er niet fraaier op, ik kom eraan.’

Nadat ik heb opgehangen bel ik de kinderarts om standbye op de kamer te staan.
‘Foetale nood, kamer 8, we gaan nu een vacuüm doen.’
De kinderarts herhaalt mijn woorden en bevestigt dat ze eraan komt.
Ik leg Pieter en Michelle uit dat ik voor de zekerheid ook de kinderarts heb laten komen. Femke is van de kamer af om de vacuümpomp uit de kast te halen en stapt gelijk met Hans de verloskamer weer binnen. Hij stelt zich voor en trekt gelijk zijn handschoenen aan.

De gordijnen zitten dicht, één lamp staat op dim-stand aan het hoofdeind van het bed en alleen de spotlight geeft volledig licht op de bekkenbodem van Michelle. Haar bed is weer uit elkaar gehaald en haar benen liggen weer in de steunen zodat Hans er goed bij kan. Femke pakt ondertussen alles uit voor de vacuüm en ik noteer het een en ander in de computer wat we op welke momenten hebben besloten.
De verloskamerdeur gaat open en de kinderarts stapt binnen. We trekken het gordijn iets verder dicht zodat Michelle en Pieter de reuring niet al teveel meekrijgen. Er gebeurt al zoveel op het moment dat er een vacuüm in verband met foetale nood wordt gedaan. Ik hoor dat de kinderarts achter het gordijn de lamp van de opvang-tafel van de baby aanzet en vervolgens de uitzuiger en zuurstoftoevoer test. De deur gaat nog eens open en ik kijk om het hoekje van het gordijn, het is Inie, de coördinator van de afdeling die helpt bij de mogelijke opvang van de baby. We begroeten elkaar zonder woorden en ik draai me weer om richting het bed.

Met mijn whiteboardmarker in mijn hand sta ik klaar om te noteren wat er allemaal gebeurt. In mijn andere hand houd ik de spiksplinternieuwe Iphone (althans, zo lijkt het) van Pieter in mijn hand om de geboorte van hun eerste kindje vast te kunnen leggen. Ik sta aan de kant van Pieter en vraag hem of alles goed gaat. Hij draait zich vluchtig naar me om en knikt zenuwachtig. Zijn hand ondersteunt het hoofd van Michelle en hij kijkt haar meelevend aan.

Hans legt alles rustig en beheerst uit aan Michelle.
‘De baby moet geboren worden omdat we aan de conditie twijfelen. Dat wil ik doen door een vacuüm te verrichten en daarbij zet ik ook altijd een knip om ruimte te maken.’
Een man met bergen ervaring die zich niet zo snel druk maakt. Heel fijn, want die extra stress komt een spoedsituatie vaak niet ten goede. Femke komt met een nieuw koud washandje aangelopen en haalt daarna de CTG-banden van de buik van Michelle. Michelle blijft Hans aankijken die haar uitleg geeft wat hij doet.
Hij plaatst de cup op het hoofdje van de baby. Michelle verschiet en schrikt van het volle gevoel dat volgt. Hans geeft rustig uitleg en laat haar weten dat dat erbij hoort. Het CTG-apparaat gaat uit. Sneller dan dit kan het niet. De vacuüm wordt omhoog gezet en als de wee opkomt zet Hans zich schrap om de eerste tractie uit te voeren. Michelle perst als een raket en zonder dat het haar wat lijkt te doen perst ze drie keer mee.
Ik kijk naar Hans en zie dat hij knikt, een teken dat het hoofdje volgt. Ik haal opgelucht adem, als een hoofdje niet volgt na de eerste tractie is het alternatief een keizersnede en dat is op zo’n moment altijd ónwijs zuur.

Ik moedig Michelle aan en geef uitleg als ik merk dat Hans het te druk heeft met zich focussen op het goed uitvoeren van de vacuüm. Hij buigt door zijn knieën en ik zie een groot stuk van het hoofd van de baby verschijnen. Hij laat het uiteinde van de vacuüm los en laat het hangen over de bekkenbodem van Michelle. Ondertussen pakt hij de schaar om een knip te zetten op de plek die hij daarvoor heeft verdoofd. Ik leg uit wat hij doet en probeer iets harder te praten om het geluid van de knip te overstemmen. Pieter kijkt naar Hans en ik wijs hem op Michelle.
‘Focus maar even op Michelle, dit is het laatste stukje.’
Pieter knikt gelaten. Ook hij heeft het zichtbaar zwaar.

De wee komt weer en Hans pakt de vacuüm weer beet. Michelle geeft een hoge gil van de pijn en herpakt zich daarna weer. Hans hoeft nauwelijks iets te doen en bij de tweede tractie wordt door het stevige persen van Michelle het hoofdje geboren. Hij spildraait netjes en Hans pakt daarna het kindje aan om geboren te laten worden. Het hoofdje zit flink onder het bloed van de knip en Femke veegt het snel weg als het kindje op de borst van Michelle wordt gelegd.
Ik maak overal foto’s van terwijl ik ondertussen de geboortetijd van de baby opschrijf. Femke en Hans proberen het kindje te prikkelen die nog weinig van zich laat horen. We geven hem even de tijd om bij te komen maar de secondes lijken minuten te duren. Het kindje pruttelt iets maar laat nog weinig van zich horen.
Hans twijfelt niet en vertelt met zijn zware stem dat we het kindje even aan de kinderarts geven.
Michelle en Pieter knikken beduusd. Ik zie dat Pieter zijn adem inhoudt. Zijn grote donkere kijkers stromen vol met vocht.
Hans laat Pieter rustig de navelstreng doorknippen waar ik een foto van maak. Daarna pakt hij het kindje aan die nog steeds geen adequate ademhaling heeft en geeft hem aan de kinderarts. Femke opent het gordijn zodat Michelle en Pieter vanaf het bed zicht hebben op de opvang-tafel en wat de kinderarts met hun pasgeboren kindje doet. Het jongetje raakt nét met zijn rug de matras van de opvang-tafel als hij oorverdovend hard begint te huilen.
Iedereen lacht en Michelle en Pieter barsten met het jongetje mee in huilen uit.
‘Hij is er!’ Is het eerste wat ik Pieter hoor zeggen. ‘Wat heb je dat goed gedaan, ik ben zo trots op je.’
Ik maak een foto van de kus tussen Michelle en Pieter.
De kinderarts komt het mannetje ondertussen al bij Michelle brengen.
‘Hij doet het goed, ik kom straks wel even terug, eerst maar even bij mama.’
Michelles ogen kijken door de tranen heen intens gelukkig.
‘Hij is er: Welkom Mats.’

Ik leg het allemaal vast. Ondertussen wordt de placenta geboren en hecht Hans de knip die hij even daarvoor gezet heeft. Als de rust wat is wedergekeerd laten we het jonge gezin samen bijkomen.

Een uurtje later stap ik de verloskamer weer binnen. Waar het anderhalf uur daarvoor volstond met mensen en vollop hectiek gaande is, is er nu enkel een kersvers gezinnetje dat van elkaar zit te genieten. Alle apparaten zijn weg, het gedimde licht is nog steeds aan en geen bloedspetter meer te bekennen.

Pieter staat op en pakt me bij de schouders. Ik schrik een beetje van zijn stevige aanraking. Zijn vriendelijke ogen verraden dat hij geen kwaad in de zin heeft.
‘Onwijs bedankt,’ zegt hij terwijl hij enthousiast aan mijn schouders schudt.
Hij laat me weer los. Ik ben even bang dat hij me ook nog wil knuffelen maar hij houdt zich in.
‘Wat zijn jullie een topteam. Ongelooflijk dat jullie dit elke dag doen. Niet normaal! Jullie hebben het fantastisch gedaan.’
Ik pak een stoel en schuif aan bij het bed van Michelle en ook Pieter gaat weer zitten.
Ik lach oprecht. ‘Leuk dat je dat zegt. Heel graag gedaan. Maar het meeste werk heeft Michelle gedaan. Dit is slechts ons vak. Maar ik weet het, ik heb het beste vak van de wereld.’


Ik bespreek de bevalling met het stel en leg uit welke stappen we doorlopen hebben. Michelle en Pieter zijn ondanks de hevigheid alleen maar dankbaar voor het mooie en goede resultaat.

Een paar weekjes later spreek ik ze nog eens tijdens de telefonische nacontrole. Opnieuw leg ik alle stappen uit en neem ik de beslissingen door die ik heb genomen. Het grootste deel lijken ze alweer vergeten te zijn en veel extra dingen willen ze niet weten.
Michelle sluit het gesprek af: ‘Mats is er en hij doet het fantastisch. Mede dankzij jullie. Die vacuüm was gewoon nodig en ik ben blij dat hij gelukt is. En die Hans hè, wat een fijne man. Wil je dat nog even zeggen?’
‘Zeker weten, dat geef ik door.’

Ik hang op en glimlach. Wat een heerlijk stel. Die wil ik wel vaker.


Lees hier het verhaal van Meryem en Beret die onverwacht een kindje met het syndroom van down krijgen.
Liever lezen over een bevalling in het vliegtuig? Klik hier.

Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: