Ze noemen het modern, ze noemen het ‘van deze tijd’, maar ik vind het vooral contra-feminisme. Och, wat doen de vaders het goed. En och, wat zijn de tijden veranderd. Maar moeten we nu echt een naam geven aan het feit dat de huidige generatie vaders meer aanwezig is binnen een gezin? Is dat in essentie niet waar het ouderschap om draait? Sámen een kind (of kinderen) opvoeden. Waar komt dan het woord ‘papadag’ vandaan? En wanneer is het papadag? Als de partner thuis is van zijn werk? Ik snap het niet. Ik moet op mijn tong bijten als ik iemand hoor zeggen dat het vandaag ‘zijn papadag’ is.
Het traditionele gezin van 30 jaar geleden bestond uit een werkende vader die vijf (zo niet zes) dagen van huis was om te werken. Zijn vrouw was thuis en verzorgde de kinderen. Ze dacht aan afspraken buitenshuis, kookte, zorgde voor de was en alle andere randzaken zodat als de vader terug kwam van zijn werk, hij op zijn stoel kon gaan zitten met de krant. Natuurlijk bestonden toen ook de moderne gezinnen al. Met werkende moeders. Vaak werkten die moeders pas als de kinderen ouder werden en de spil binnen het gezin gemist kon worden. Uiteraard waren er ook continue werkende vrouwen. Maar 95% van die moeders werkte parttime.
‘Oh, nee ik ben morgen thuis, het is mijn papa-dag,’ hoor ik mensen wel eens zeggen. Niks niet papadag denk ik dan. Je vrouw moet werken. Zoals jij de rest van de week.
Tegenwoordig wordt er gesproken over meer gelijkwaardige verdelingen. Langzaamaan worden ook topfuncties bekleed door vrouwen. Wel is nog steeds een scheve verhouding te zien tussen de hoeveelheid mannen en vrouwen aan de top. Datzelfde geldt voor het salaris. Fijn dat die verandering zichtbaar is maar daar kan nog veel winst worden behaald. Grote dank dan ook aan onze JP Balkenende die in 2004 een klap heeft gegeven op de geboorte van de kinderopvangtoeslag. Sindsdien is een kantelpunt ontstaan in de samenleving waarin het normaler wordt gevonden dat ook de vrouw een carrière heeft. Bij de verkiezingen stem ik dan ook altijd op de eerste vrouwelijke kandidaat binnen mijn voorkeurspartij in de tweede kamer. Een klein begin.

Maar waarom moet de man van tegenwoordig een schouderklopje als hij minder werkt. Waarom moet een man vertellen dat hij thuis ook ‘echt wel wat doet’. Dat hij stofzuigt en dat hij voor de was zorgt. En waar komt die term ‘papadag’ vandaan? Indirect gaat daar de man weer zijn voetstuk op.
‘Oh, nee ik ben morgen thuis, het is mijn papa-dag,’ hoor ik mensen wel eens zeggen.
Niks niet papadag denk ik dan. Je vrouw moet werken. Zoals jij de rest van de week. En dan is jouw vrije dag ineens een papa-dag? Zijn al die andere dagen dat je vrouw thuis is dan mama-dagen? Nee. Want dat is maatschappelijk geaccepteerd of behoort in onze samenleving tot de norm. Maar toch hoor ook ík vriendinnen zeggen dat ‘papa op de kinderen past’ als wij samen een borreltje drinken. ‘Nee, papa past niet op,’ probeer ik dan. ‘Papa is thuis.’ Dat is heel wat anders.
Ik, als geëmancipeerde vrouw, sta vooraan als het gaat om feminisme. Maar we leven in een maatschappij waar de feministische vrouwen sneller willen dan dat de maatschappij zich kan mee ontwikkelen. Ik zou dolgraag de traditionele rolverdeling eens met de grond gelijk maken, maar dat kan ik niet alleen. Natuurlijk snap ik ook dat de maatschappij zelf voor deze verdeling heeft gezorgd door vaders niet de mogelijkheid te geven langer vrij te zijn rondom de geboorte van hun nakomelingen. Het is eigenlijk bizar dat pas sinds vorig jaar die mogelijkheid er is. Kan je je voorstellen dat het nog maar drie jaar geleden is dat je als partner slechts twee dagen vrij kreeg als je vrouw ging baren?
Ik merk nog steeds dat mensen hun hoofd omdraaien als een man zegt na de geboorte van een kind: ik doe een stapje terug. In de randstad wordt deze verschuiving al veel meer gezien dan bij ons ‘int Oost’n’. Toch pleit ik ervoor. Wat maakt een baan van een man nou meer uit dan die van een vrouw. Ik moet toegeven dat ik mezelf er ook schuldig aan maak.
Het is leuk dat vandaag de dag vrouwen zich meer inschrijven op de universiteiten. Dit betekent dat de gelijkwaardige verhouding qua opleidingsniveau steeds meer overeen gaat komen. Over een gelijkwaardig salaris kunnen we helaas nog niet spreken. Het zou mooi zijn als de studenten van nu, de topfuncties van de toekomst bekleden. Dat over nog eens twintig jaar daar dus een mix tussen mannen en vrouwen te zien is. Ik zou het fantastisch vinden als mijn dochters over twintig jaar hun carrières met hun man verdelen zonder dat ze daar gek voor aan worden gekeken. Dat ze bij het krijgen van kinderen beiden een stapje terug kunnen doen en er geen scheve verhouding is in de verdeling tussen huishouden en werk.
Maar laten we eerlijk zijn, de vrouwen doen veelal ook een stapje terug omdat zij de minstverdienende partij zijn in een relatie. Dat maakt de stap om minder te gaan werken ook gemakkelijker. Je betaalt je namelijk groen en geel aan de kinderopvang. Om je een beeld te geven; wij betalen aan reguliere opvang van één dag in de week 804 euro per maand. Met toeslag daar vanaf blijft er zo om en nabij de 400 euro over. Dat is 200 euro per kind per maand. En dan gaat het nog maar over één dag..
De tijd zal het leren. We gaan het zien. Maar laten we vanaf nu ook afspreken dat we niet alleen een streep zetten door papa-dag maar ook door alle bevooroordeelde naamkaartjes zoals de overblijfmoeder. Typ voor de grap eens in op google: overblijfmoeder en je krijgt een omschrijving van dit zelfstandige naamwoord uit het Nederlandse woordenboek. Typ je in overblijfvader dan krijg je enkel een boek als hit die ooit is geschreven door ene Henk Rijks. Een beetje meer gender-neutraliteit zou ik dus mijn kinderen mee willen geven. We kunnen ook doordraven en te ver gaan, laten we niet over alles gaan muggenziften. Zoals Indy die een genderloos kaartspel heeft ontwikkeld. Dat gaat mij een stapje te ver.
Maar zet ook een streep door: luizenmoeders, overblijfmoeders en de traditionele verhouding dat de moeders zorgen voor het huishouden. Laten we er samen alert op zijn.
En ja, mijn man had het ook over papadag. Wat hij na één keer gelijk heeft afgeleerd. Ik werk ruim 3 dagen in de week, hij werkt er nog steeds 4,5. Interessant om uit te vinden wat zijn baan dan belangrijker maakt dan die van mij. Daar gaat het eigenlijk in essentie niet om. Ook al zegt men dat het niet uitmaakt wat er aan het einde van de maand op de bankrekening wordt bijgeboekt toch is het de voornaamste reden dat je werkt. Je salaris. Dat je betaald krijgt om te kunnen leven. Al die banen, die een groot deel van onze mannen bekleden, worden ook weer bestuurd door mannen. Deze mannen van (meestal) één of meerdere generaties voor ons, zijn nog niet zo vooruitstrevend. Want zij hebben zelf ‘vroeger’ ook altijd vijf dagen hard moeten werken om te bereiken waar ze nu zijn.
Dat is het hele punt. ERGENS moet het gaan verschuiven. ERGENS moeten de bazen van nu. De hardwerkende vaders van toen, gaan bedenken dat het anders moet. Dat vaders ook minder mogen werken. Dat het normaal wordt om te zeggen: wij werken allebei 75%. In plaats van de gebruikelijke vaders die 40 uur (gemiddeld in 2019) werken en de moeders die blijven steken op 21 uur in de week. Daardoor krijg je dus een soort anderhalf-verdienersmodel.
Maar dan nu ook een oproep aan alle scholen, aan alle opvang, aan alle brieven gericht aan ouders wat al begint bij een verloskundigenpraktijk, dus bij mij. Laat de man meer het werk doen. Laat hem belangrijk zijn bij het allereerste begin. Maar zet ook een streep door: luizenmoeders, overblijfmoeders en de traditionele verhouding dat de moeders zorgen voor het huishouden. Laten we er samen alert op zijn. Zodat over twintig jaar, onze dochters, óns uitlachen dat wij vrouwen het hebben laten gebeuren. Ik hoop dat dat zo zal zijn. Dan lach ik mee. Over mij, over mijn blog hier die in het niet staat met hoe het dan zal zijn.
Lisa
Meer lezen? Ga naar mijn blogpagina voor al mijn blogs.
Klik hier.