Techniek staat voorop

Deze blog is tevens geplaatst op de website van Kids en Kurken.
Klik hier.

Ik wil net beginnen met het hechten van een perineum als ik word gebeld door Marianne, zij is een verloskundige uit de eerste lijn. Een verloskundige die in de eerste lijn werkt heeft een praktijk of werkt voor een praktijk. Bij die praktijk kan je je aanmelden als je zwanger bent. Zij kijken of er redenen zijn om in het ziekenhuis onder controle te moeten of dat ze je in hun praktijk kunnen begeleiden tijdens de zwangerschap, bevalling en kraamtijd. Marianne, de verloskundige die mij belde wil Sya Zhang overdragen. Sya wil graag wat voor de pijn want ze trekt het thuis niet meer, ze heeft drie centimeter ontsluiting. ‘Oja ook belangrijk,’ zegt Marianne. ‘Ze spreekt niet tot nauwelijks Nederlands en haar man ook niet.’ Ik noteer haar gegevens en hang op.

Ik bel de zorgcoordinator (ZOCO) van de afdeling om te vertellen dat ik een opname heb aangenomen. Ik geef haar de informatie die ik ook heb gekregen van Marianne. De ZOCO gaat zorgen dat er een verloskamer voor Sya vrij is en dat er een verpleegkundige komt die haar kan opvangen en opnemen.


Ik excuseer me bij de kraamvrouw, waar ik van plan was te starten met hechten, over de onrust door de telefoontjes. Het lijkt wat langs haar heen te gaan want ze heeft alleen maar oog voor de prachtige kleine Willem op haar borst. Ik begin met het hechten van het perineum. Als ik klaar ben kijk ik Willem na bij mama op haar buik en feliciteer de nieuwbakken ouders met hun kersverse baby. Ik neem afscheid van het stel want ik weet niet hoe het straks zal gaan als Sya er is.

Als ik de artsenkamer binnenloop heerst er een serene sfeer. Links op de grote overzichtsschermen op de muur zie ik meerdere hartfilmpjes (CTG’s) lopen. Mijn collega’s zijn nergens te bekennen dus ik ben alleen. Ze zijn waarschijnlijk druk met baringen, visites of kraamvrouwen. Ik pak een banaan uit mijn tas en loop naar één van de computers. Ik probeer snel wat administratie van de geboorte van Willem in te tikken voordat de volgende bevalling zich weer aandient. Ik ben bijna klaar als ik op het overzichtsscherm een knipperend nieuw hartfilmpje tevoorschijn zie komen. Zhang, S. zie ik boven in het beelscherm staan. Ah, denk ik. Ze is gearriveerd. Ik open het dossier van Sya en zie dat de verloskundige haar gegevens al heeft verzonden via de beveiligde soort van digitale fax.

Welke taal je ook spreekt.
Bevallen doet iedereen op dezelfde manier…

Ik scroll door haar zwangerschapskaart als de deur open gaat. Marianne stapt naar binnen, even enthousiast als altijd. Marianne is eind vijftig en heeft altijd een open, vriendelijke blik. Haar korte krullende haar staat alle kanten op. We begroeten elkaar waarna ik haar verhaal over Sya aanhoor.
‘Ze zijn hartstikke lief hoor,’ zegt Marianne, ‘maar ik kan geen normaal woord met ze communiceren. Ze spreken enkel Chinees en heel gebrekkig Engels. In de zwangerschap was er telkens een vriendin bij die voor tolk speelde, maar die zit op dit moment in China en is niet te bereiken. Met een beetje handen en voeten komen we een heel eind.’

Nadat ik alle gegevens grotendeels heb ingevoerd loop ik achter Marianne aan naar kamer vijf aan het begin van de afdeling. Sya ligt op het bed op haar zij en haar man Tao staat achter haar, ze probeert een wee weg te zuchten die zo te horen net op zijn toppunt is. Aan het voeteneind, tegen het babybadje aangeleund staan twee wat oudere chinese dames die me vriendelijk toeknikken. Ik knik terug en als de wee voorbij is stel ik me voor aan Sya en Tao. Twee paar even vriendelijke ogen kijken me aan en knikken me toe. Ik probeer te peilen op welke manier ik kan communiceren. Op mijn vraag of ze een jongetje of meisje krijgen, krijg ik enkel ‘pijn, pijn,’ terug. Ah, zoiets verwachtte ik al. Marijn, de verpleegkundige die ook voor Sya zorgt, kijkt me aan: ‘ik heb ook al het een en ander geprobeerd maar Nederlandse antwoorden kreeg ik niet terug. Jij spreekt toch wel een woordje Mandarijn, Lies?’ zegt Marijn lachend.

Ik kijk de kamer eens rond en vraag Marianne nog eens hoe zij gecommuniceerd heeft. ‘Tja, heel ver kwamen we niet. Slechts wat handen en voeten,’ herhaalt ze nog eens.
Ik bedenk of ik de tolkentelefoon zal bellen. Maar krijg dan een idee. Ik heb net een nieuwe telefoon die heerlijk snel werkt. Ik tover hem uit mijn zak en open de vertaal-app. Ik klik op Mandarijn en tik wat in. Ineens wordt de ruimte gevuld met een monotone vrouwenstem: ‘Nì hâo nî hâo ma?’

Ik zie Sya opkijken en de dames aan het voeteneind elkaar verbazend aankijken. Tao moet lachen en begint luid gebarend terug te praten. Ik geef hem mijn telefoon en wijs naar het stukje tekst wat mijn telefoon net ‘voorlas’. Hij knikt wild en laat weten dat ik door moet gaan.


Een half uur later, na heel wat heen en weer getik op mijn telefoon heb ik de meest belangrijke informatie kunnen geven over de mogelijkheden van pijnbestrijding. Door achter elke zin: ‘Yìdàn zhângòle zhège, shù qî dà mûzhî’ te zetten krijg ik meermaals duimpjes omhoog van Tao. Ik vraag hiermee of, als hij het begrepen heeft, hij zijn duim omhoog wil doen. Tao heeft goed door wat ik probeer te bereiken en hij heeft inmiddels ook her en der wat vragen gesteld door ze in te toetsen op zijn eigen telefoon.

In plaats van elkaar aankijken, kijken we allemaal hoopvol naar de telefoon als er wordt gesproken. Ik moet een beetje lachen van de situatie en ik merk dat ook de dames aan het voeteneinde van Sya het komisch vinden. Ik weet inmiddels dat die twee dames Sya’s moeder en tante zijn. Sya zucht tussen alle vragen en informatie dapper de ene wee na de andere weg.

In de tijd dat ik heb uitgelegd over de vormen van pijnbestrijding heb ik me toegespitst op de ruggenprik die bij een eerste kindje en drie centimeter waarschijnlijk de best optie zal zijn. Ook Marijn had dit al bedacht dus het infuus zit er in de tussentijd al in en Sya wordt al voorgevuld met vocht zodat de ruggenprik snel gezet kan worden. Ik spreek Sya nog wat bemoedigende woorden toe, glimlach naar haar en steek meermaals mijn duimen omhoog. Ze lijkt het te waarderen. Ik neem me voor om zo wat makkelijke Chinese woordjes te gaan leren. Ik loop de verloskamer uit en ga de ruggenprik regelen bij de anesthesist.


Nog geen uur later sta ik weer op verloskamer vijf. Sya heeft inmiddels haar ruggenprik. De anesthesist had direct tijd toen ik belde, dat gaat nog wel eens anders. Ze zit rechtop in bed en geeft me de grootste glimlach. Tao staat naast haar en heeft nog steeds zijn telefoon in de hand. Hij houdt hem in de lucht en ik hoor weer een monotone stem, dit keer van een man, die de kamer vult: ‘Dank-je-wel. Pijn weg is.’

Ik moet ervan lachen. Techniek staat voorop.

Inmiddels is het bijna 15.00u, het einde van mijn dienst. Sya zit op zes centimeter ontsluiting en is helemaal pijnvrij. Mijn collega’s van de late dienst zitten al te wachten en ik draag hen de bevalling over. Ik geef ze gelijk de tip om de vertaal-app op hun telefoon te gebruiken. Ik vraag de collega die voor Sya gaat zorgen of ze me vanavond een appje wil sturen hoe ze is bevallen. Ik ben altijd mega nieuwsgierig…

Als ik naar huis rijd denk ik nog eens aan die arme Sya en Tao. Je moet je eens voorstellen dat je in een land terecht komt waar je de taal niet spreekt. Je komt in een ziekenhuis terwijl je heel veel pijn hebt en waar van alles gebeurt. Je hebt geen énkel idee wat iedereen bedoelt. Wat lijkt me dat lastig en moeilijk. Aan de andere kant misschien een goede reden om een LOI cursusje Nederlands te proberen.

Die avond, iets over 21.00u, krijg ik een appje van mijn collega; 20.05u na een hele soepele bevalling is jongetje Julan Zhang geboren hij weegt net 3kg.

Welke taal je ook spreekt. Bevallen doet iedereen op dezelfde manier…


Lezen welke bevallingen ik het leukste vind? Klik hier.

Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: