Klein maar fijn

Amelia komt bevallen, haar vriend belde net dat de weeën begonnen zijn. Het is druk op de afdeling dus ik lees vluchtig haar zwangerschapskaart door. Ze is bij 26 weken zwangerschap door ons overgenomen omdat de groei achterbleef. Stoppen met roken is niet gelukt ondanks meerdere pogingen van collega’s haar handvaten aan te bieden om de motivatie te vinden. Dat zal zeker mee hebben gespeeld in de verminderde groei. Het kindje is vorige week voor het laatst geëchoed en werd toen geschat op een krappe vijf pond. Amelia spreekt slecht Nederlands, zonder haar partner kom je niet heel ver want ook haar Engels is niet optimaal.

Het is druk vannacht, veel baby’s hebben zin om geboren te worden en eigenlijk liggen de kamers vol. Of eigenlijk, hebben we gewoon geen handen meer vrij om nog een barende aan te nemen. Maar Amelia is onze eigen patiënt, het is haar eerste kindje en we kunnen haar niet ongezien doorsturen naar een ander ziekenhuis. Het klonk aan de telefoon nog wat beginnend dus we gaan eerst maar eens kijken of het echt de bevalling is.

Precies een half uurtje na het telefoontje van de partner van Amelia komt ze lopend de afdeling op. Ze draagt een grijze joggingbroek die veel te groot is voor haar billen in maatje xxs. Ze is lang en slank en heeft een prachtig rond buikje die uitpuilt onder haar strakke zwarte shirt. Haar piekerige donkere haar heeft ze in een gezellige knot op haar hoofd gestoken. Naast haar staat haar vriend met in zijn ene hand zijn telefoon en in zijn andere hand een koffer. Zijn ogen kijken van links naar rechts, duidelijk in vluchtmodus om zijn vriendin in veiligheid te brengen.

De zorgcoördinator brengt ze naar een kamer en sluit het CTG aan om als eerste te kijken wat deze kleine baby van de weeën vindt. Ik kijk nog snel even een baby’tje na die even daarvoor geboren is, om vervolgens naar de kamer van Amelia te lopen. Als ik de deur iets opendoe, zie ik gelijk dat het menens is. Haar normaal zo blanke huid laat rode blosjes zien van inspanning. Haar voorhoofd glimt van het zweet en haar handen knijpen het deken onder haar fijn.

Ik stel me voor en krijg een hand van Samiel, de partner van Amelia. Ik ben even onder de indruk van de ferme handdruk die ik sinds corona niet meer gewend ben te krijgen waarna ik een stoel pak die ik naast het bed van Amelia zet. Ik leg een hand op haar been om haar aandacht te krijgen. Ze opent een oog en perst er een glimlach uit.
‘Hai,’ zeg ik. ‘Ik ben Lisa, verloskundige deze nacht. Wat ben je hard aan het werk! Sinds wanneer is het zo?’
Amelia komt lastig uit haar woorden. Als je intense pijn hebt en je kunt niet in je moedertaal spreken, is het lastig om de juiste woorden te vinden. Samiel neemt al snel het gesprek over waar Amelia zichtbaar dankbaar voor is.
Hij vertelt dat na het avondeten Amelia wat buikpijn kreeg maar pas toen ze wilde gaan slapen dat het echt pijnlijk werd.
‘Zo is het pas sinds we in de auto zaten hoor mevrouw,’ zegt Samiel terwijl hij naar Amelia wijst.
Ik knik. ‘Het ziet ernaar uit dat het vlot gaat.’
‘Denkt u dat ja?’ Samiel kijkt me met grote ogen aan. Zijn jas nog tot onder zijn kin dicht terwijl de temperatuur hier toch flink boven de twintig graden lijkt.

Ik leg wat dingen uit en kijk naar het CTG. De baby reageert met zijn hartslag tijdens iedere contractie die zichtbaar is, ik word gebeld en neem mijn telefoon op.
De coördinator van de afdeling hangt aan de andere kant van de lijn.
‘Weet je al hoever ze is? Ik krijg nog een aanmelding voor een bevalling en twijfel of ik die moet aannemen.’
‘Ik ga haar nu beoordelen en laat het je weten.’
Ik draai me om en leg uit wat ik wil doen. Ik laat nog heel even achterwege dat de optie bestaat dat ze naar een ander ziekenhuis toe moeten. Een boodschap die ik de laatste maanden steeds meer moet uitdelen gezien het personeelsgebrek dat zich ook doorrekent op onze afdeling verloskunde. Verpleegkundigen zijn er wel, maar slechts weinig die gespecialiseerd zijn in het begeleiden van bevallingen. Dat is toch een vak apart.

Amelia vindt het allemaal goed en geeft aan dat ze wel graag in bad zou willen, want als ze dit nog de hele dag moet doen wordt ze gek.
‘Pijn niet normaal,’ blijft ze herhalen terwijl haar grote donkere ogen me smekend aankijken.
Ik heb het met haar te doen, ze woont nu twee jaar in Nederland en alles is nieuw voor haar. Haar familie in Roemenië leeft met haar mee en ik begrijp van Samiel dat hij ze telefonisch op de hoogte houdt. Ik ga bij haar op bed zitten en help haar om haar grote joggingbroek en slip die bij het kruis flink oranje is geworden uit te trekken. Tussen de weeën door voel ik voorzichtig naar de ontsluiting. Ik zie dik, groenig vocht aflopen tussen haar benen, meconiumhoudend vruchtwater. Ik breng mijn vingers naar binnen en bots gelijk met mijn vingers tegen het hoofdje. Ik spreid mijn vingers en kan nauwelijks bij de randen van de baarmoedermond komen.
Zij gaat als een speer!
‘Je hebt acht centimeter,’ zeg ik opgelucht tegen Amelia.
Ze kijkt me niet begrijpend aan. Ik kijk naar Samiel en hij vertaalt het voor Amelia.
‘Dat is goed toch?’ zegt Samiel terwijl hij met zijn getatoeëerde handen de onderarm van Amelia streelt.
Ik knik en geef wat meer uitleg. Ik trek ondertussen mijn handschoenen uit en voel aan het kleine buikje van Amelia. Ik ben vooral opgelucht dat ik ze niet hoef mee te delen dat ze moeten verhuizen naar een ander ziekenhuis. Ik schrik van de grootte van de buik. Krappe vijf pond is dit kindje met de echo geschat vorige week en ik verwacht niet dat er nog veel is bijgekomen. Ze is amper 38 weken zwanger, de bevalling gaat gelukkig als een trein maar de combinatie van het vieze meconiumhoudend vruchtwater met de kleine uitzetting en hart hartfilmpje dat flinke deceleraties laat zien van de hartslag maakt dat ik mij wel wat zorgen maak.


In zo gemakkelijk Nederlands als mogelijk geef ik uitleg over mijn bevindingen. Ik vraag me af wat Amelia ervan meekrijgt. Samiel doet zijn best om alles zo goed mogelijk uit te vragen maar ik zie aan zijn ogen dat hij het moeilijk vindt om te begrijpen.
‘Bij hoeveel centimeter wordt de baby geboren?’ Vraag hij aan mij.
Hij heeft zich denk ik niet zo verdiept in het hele bevalproces.
Ik leg nog meer uit en excuseer me vervolgens om even mijn collega te bellen. De verloskundige met wie ik vannacht ben staat vast. En de arts van dienst is ook druk op de spoedeisende hulp, ik heb geen idee of er een verpleegkundige beschikbaar is om me bij te staan maar hulp heb ik wel nodig want dit kleine frummeltje vliegt zo Amelia’s buik uit denk ik. Ik ga even aan de andere kant van de deur staan en bel de zorgcoördinator die duidelijk zat te wachten op mijn telefoontje, ze neemt gelijk op.
‘Zij moet blijven. Acht centimeter, dik meconium en een slecht CTG,’ zeg ik tegen haar.
‘Duidelijk, het is niet anders. Red je je daar nog even? Ik heb over een kwartiertje een verpleegkundige voor je.’
‘Prima!’ antwoord ik en hang op om daarna weer terug te gaan naar Amelia en Samiel.

Ik leg spulletjes klaar op de kamer voor de aankomende bevalling. Ondertussen houd ik angstvallig het CTG in de gaten. Ze wil graag in bad bevallen en heeft me er net nog een keer naar gevraagd. Gezien de verwachte snelheid van de bevalling gaan we dat bad nooit meer redden. Tegen de tijd dat het bad gevuld is, is de baby waarschijnlijk geboren. Daarbij heb ik hele slechte registratie van het CTG. Ze beweegt driftig in bed en draait van haar rug naar haar knieën en door naar haar buik. Heel goed dat ze zo haar lijf aan het volgen is en alleen maar een goed teken, alleen kan ik de conditie van de baby niet als normaal afgeven.

Ik stel voor om een schedelelektrode (draadje in de hoofdhuid van de baby) te plaatsen om de conditie van de baby beter in de gaten te houden. De baby moet moeite doen weer uit zijn daling van de hartslag te komen en juist op die momenten is de registratie weg door de beweeglijkheid van Amelia. Ik wil haar niet dwingen op haar rug te blijven liggen want ik zie dat het haar helpt met het opvangen van de weeën.

Ik leg mijn dilemma voor aan Amelia en Samiel. Ik leg uit dat de baby flinke deceleraties laat zien en dat ik niet kan zeggen dat de baby het goed doet. Als we betere registratie hebben dan zie ik ruimte om wat langer af te kunnen wachten. De combinatie van het dikke meconium met het kleine kindje zit me niet lekker.
Samiel en Amelia zijn duidelijk, ze willen geen schedelelektrode. Ik probeer het nogmaals uit te leggen omdat ik twijfel of ze het allemaal begrijpen. Alsnog geven ze aan dat ze de schedelelektrode niet willen.

Ik vraag Amelia of ze het dan oke vindt dat ik de knop op haar buik die de hartslag registreert vast blijf houden om de registratie te bevorderen. Ze knikt lichtjes waarop ik gelijk de knop in handen pak. De wee is nu weg, de hartslag blijft rond de 90 slagen per minuut, dat is lager dan ik graag zie, helemaal omdat ze nog geen persdrang heeft en waarschijnlijk dus nog geen volledige ontsluiting.

Ik blijf een tijdje zo zitten en help ondertussen Amelia met het opvangen van de weeën. De verpleegkundige komt binnen, het is Marja, fijn! Een beetje extra ervaring op de kamer. Ze stelt zich voor en voegt zich gemakkelijk in het proces. Ze wijst naar het CTG en kijkt me aan.
‘Alles onder controle?’
‘Ze wil geen schedelelektrode, dikke meconium, kleine uitzetting… Ik tuit mijn lippen en trek mijn neus op.’
‘Oke. En acht centimeter hè?’
‘Ja inmiddels bijna een half uurtje geleden. Hopelijk krijgt ze zo persdrang.’

Het CTG wordt er alsmaar slechter op. Ik voel nogmaals naar de ontsluiting: een klein randje nog. Bijna tien centimeter, ik blijf meevoelen met de wee en voel dat het randje tijdens de wee bijna weg is.
Ik moedig Amelia aan om te starten met persen ondanks het randje ontsluiting. De variabiliteit van de hartslag verdwijnt langzaam en de hartslag komt niet meer naar haar oude patroon van een krap uurtje geleden. Hopelijk kan deze baby het laatste stukje nog aan. Ik begin wat onrustig te worden, iets wat me vaker overkomt als ik een onderbuikgevoel heb. Het hoofdje drukt goed aan maar komt nog niet veel dieper. Deze baby moet binnen een half uur geboren worden, de stukken CTG die ik zie, zijn echt abnormaal. Ik haal mijn vingers weg en bel kort met de arts van dienst en leg mijn dilemma voor.
‘Moet ik komen voor een vacuüm denk je?’
‘Ik twijfel,’ zeg ik naar alle eerlijkheid. ‘Ik hoop eigenlijk dat ze dit kleintje er in no-time uitperst maar als ik hem niet heb binnen een half uur bel ik, oké?’
‘Laat het maar weten.’
‘Wil je nog wel even het CTG bekijken? Als je er anders over denkt, bel me dan maar.’
‘Prima,’ antwoord de altijd vrolijke arts-assistent. ‘Succes daar!’
‘Thanks,’ ik hang op en draai me weer om naar Samiel en Amelia die duidelijk overdonderd zijn door de snelheid van het gehele proces.

Ik leg alles zo goed uit als ik kan. Amelia krijgt inmiddels daverende persdrang en drukt uit zichzelf al goed mee. Marja en ik moedigen haar aan terwijl we ondertussen met de knop van het hartfilmpje de hartslag in beeld willen krijgen. Met persen is het nog lastiger. Ik heb nu meer periodes zonder registratie dan met en durf op deze manier niet ‘blind’ een half uur te gaan persen. Tussen de weeën door hoor ik enkel lage ‘pokjes’ die ver beneden peil zitten van wat ze zouden moeten zijn.
‘Ik kan niets meer zeggen over de hartslag van de baby en ik denk dat de baby er nu uit moet. Ik ga de dokter van dienst bellen om een vacuüm te komen doen. Zijn jullie daar oke mee?’
Samiel kijkt me doordringend aan: ‘Ze wil eigenlijk geen vacuüm .’
‘Dat snap ik, maar de conditie van de baby laat naar mijn idee te wensen over. Ik kan niet veel zeggen over de conditie omdat ik slechte registratie heb. Het is dus niet meer veilig in de buik.
‘Kan je niet iets anders doen?’
‘Ik kan een schedelelektrode plaatsen? Dat geeft een beter beeld, maar dan kan het alsnog zijn dat een vacuüm het meest verstandig is om de baby gezond geboren te laten worden,’ zeg ik naar alle eerlijkheid.
‘Toe maar dan,’ zegt Samiel.
‘Is Amelia ook akkoord?’
Ze praten wat Roemeens maar of Amelia het echt doorheeft, betwijfel ik. De pauzes tussen de weeën zijn te kort om fatsoenlijk na te denken maar na de knik die ze geeft, pakt Marja gelijk de schedelelektrode uit de verpakking die naast haar ligt. Ik pak hem aan en plaats hem op het hoofdje. We sluiten hem aan op het CTG-apparaat en mijn vermoeden wordt bevestigd. Deze baby heeft het moeilijk. Ik wacht twee minuten waarin ik kijk naar een lage hartslag van rond de 80-90 en laat vervolgens Amelia twee weeën op volle kracht meepersen. Ik zie een mini-beetje van de bovenkant van het hoofd. Zal ze het gaan redden binnen een kwartiertje?
Heeft deze baby nog een kwartier?


Mijn hoofd maakt overuren. Ik bel voor de zekerheid de arts-assistent op en verzoek haar in de buurt te blijven.
Marja legt ondertussen verdoving klaar en pakt een schaar uit de verpakking. Ze heeft genoeg ervaring om ook te zien dat deze baby eruit moet.
Er lijkt even rust te komen. De hartslag is nu al langer dan tien minuten niet boven de 90 geweest. Ik kijk Amelia doordringend aan en probeer rustig en duidelijk te zeggen hoe het ervoor staat.
‘De baby moet eruit. We hebben geen tijd meer. Ik wil graag dat de kinderarts op de kamer komt omdat ik verwacht dat de baby wat opstartproblemen zal hebben. Ik wil de bevalling bespoedigen door het zetten van een knip. Ik denk dat het nodig is.’

Voor het eerst het afgelopen uur lijken Samiel en Amelia de ernst door te hebben. Ik hoor dat Marja de kinderarts aan de telefoon heeft. We hebben samen aan een half woord genoeg.
‘Snap je wat ik bedoel?’ vraag ik Amelia.
‘Ja, is baby niet goed?’
‘Klopt, de baby moet eruit. Ik ga een knip zetten en dan komt de baby.’
Ik maak ondertussen met mijn middelvinger en wijsvinger de bewegingen van een schaar, iets wat ik niet charmant vind maar ik wil graag dat Amelia het begrijpt. Amelia knikt. ‘Ik snap,’ zegt ze. Voor het eerst zie ik iets angst in haar blik. Er komt weer een wee, ze perst uit volle kracht maar het hoofdje komt nog niet verder. De hartslag blijft rond de 90 en de variabiliteit is nu echt verdwenen. Ik voel met mijn vingers naar de ruimte die er nog zit en verdoof tegelijk haar perineum als de volgende wee zich aandient.

In de pauze die daarna volgt hoor ik de deur vluchtig opengaan van de verloskamer en wat gerommel bij de opvangtafel, het is de kinderarts.
Ik begroet haar met het gordijn tussen ons in en vertel Samiel en Amelia dat de kinderarts is gearriveerd. Ik draai het draadje van het hoofdje en zet bij de volgende wee een knip. Binnen een paar seconden wordt vervolgens een klein slap meisje geboren. Ik probeer haar af te drogen en de vieze meconium rondom haar mondje weg te poetsen. Ik leg het meisje op de buik van Amelia. Het blijft angstvallig stil. Ze pruttelt wat op de buik van moeder en we wrijven haar goed droog. Ik kijk naar de klok en houd er angstvallig mijn oog op.

‘Kom op meiske,’ zegt Marja. ‘Laat maar van je horen.’
Ze blijft wat slap. Samiel gaat zitten en legt zijn handen in zijn nek. Zijn ogen kijken weer net zoals hij hier nog geen twee uurtjes geleden binnenkwam. Amelia moet duidelijk op adem komen van het harde werken en oogt nog wat beduusd van de hele situatie.
‘Niet goed?’ vraagt ze.
De kinderarts steekt haar hoofd om het gordijn. We hebben kort oogcontact, ze doet haar kin de lucht in. Ik knik richting de klok.
‘Bijna 1 minuut.’
Net op dat moment begint het meisje wat te pruttelen. Een mini-huiltje komt vanaf de buik van Amelia. Een stroom van opluchting voel ik door de kamer suizen.


Nadat de placenta is geboren, hecht ik de knip en leggen we het meisje op de weegschaal. 2430 gram, kleiner nog dan verwacht. Ze heeft het echt zwaar gehad, vooral het laatste stukje. Uit de zuurgraad van haar bloed lees ik af dat het niet langer had moeten duren. Een lage Ph. De kinderarts kijkt het meisje na en ze adviseert het stel om de komende 24 uur te blijven zodat we kunnen kijken of ze haar temperatuur vast kan houden en of ze goed kan drinken.

Samiel en Amelia krijgen er weinig van mee. Ze zijn helemaal in de wolken van hun kersverse baby’tje. Het is een prachtig meisje met een volle donkere bos met haar.


Aan het einde van mijn dienst loop ik langs Amelia en Samiel om de bevalling door te bespreken. Ik probeer dat na elke bevalling te doen maar helemaal als iets niet helemaal is gelopen zoals gehoopt. Amelia geeft aan dat ze blij is dat het klaar is maar dat ze niet helemaal tevreden is.
Ze had graag in bad willen bevallen. Het moment van binnenstappen tot de geboorte van het kind is anderhalf uur geweest. Ondanks alle uitleg die ik geef, voert het de boventoon dat ze geen warm water rondom haar lijf heeft gevoeld.

Ik ben enkel blij dat dit kleine meisje in haar zuurstofroze pakje met glitters en strikjes veilig naast haar in de wieg ligt.

Ik merk dat ze toch een andere perceptie heeft van wat zojuist is gebeurd en besluit om mijn excuses aan te bieden over het feit dat ze zich niet gehoord heeft gevoeld om in bad te mogen. Toch probeer ik nogmaals mijn stappen en besluiten door te nemen. Ze kijken me vriendelijk aan. Samiel staat op en ik krijg weer een ferme handdruk dit keer gevolgd door een omhelzing. Ik laat het gebeuren en glimlach.

Terug in de auto denk ik nog eens na over die anderhalve uur van de bevalling van Amelia. Het gebeurt vaker dat mensen een ander verwachtingspatroon hebben. Natuurlijk is het mooi als dingen gaan zoals ze dat graag willen. Maar in dit geval was er geen keuze, we moesten een keuze maken in het belang van de baby. Ik leg me erbij neer en heb volgens mij gehandeld naar eer en geweten.


Meer lezen over verloskunde? Klik hier.
Liever een overzicht van al mijn blogs? Klik hier.

Eén opmerking over 'Klein maar fijn'

  1. Om jouw verhalen te liken, vind ik altijd een beetje raar. Ik lees ze -denk ik- wel allemaal en geniet en/of raak ontroerd. Dit is ook weer zo’n bijzonder verhaal. Dank je voor het delen.

    Like

Geef een reactie op Ieniemienie Reactie annuleren